Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Moet een curator inzage geven in of stukken verstrekken uit de administratie van de failliet aan bijvoorbeeld een partij die mogelijk de bestuurders aansprakelijk wil houden? Het is begrijpelijk dat dergelijke partijen dat zouden willen. Dankzij de administratie van failliet kunnen zij de gang van zaken vóór faillissement reconstrueren en mogelijk bewijs vergaren om zelf direct de bestuurder aansprakelijkheid te stellen.
Misschien lijkt het antwoord voor de hand te liggen. De curator is aangesteld door de rechtbank en zou daarom het algemene belang dienen. In dat kader is het vanzelfsprekend dat hij informatie verstrekt uit de administratie of in ieder geval daarin inzage geeft? Dat is echter een misvatting.
De curator is aangesteld om het belang van de gezamenlijke crediteuren van de failliet te dienen. Hij moet het actief te gelde maken en de opbrengst daarvan onder de crediteuren verdelen. Zijn salaris gaat echter ten koste van hetgeen onder de crediteuren wordt verdeeld. Elk uur dat de curator besteedt aan het verstrekken van informatie is een uur dat door de gezamenlijke crediteuren moet worden betaald. Het is begrijpelijk dat de curator daarom terughoudend is met het verstrekken van informatie.
Daarnaast heeft hij weinig belang bij het verstrekken van informatie uit of het inzage geven in de administratie van de failliet: mogelijk kunnen daardoor andere partijen zich verhalen op de bestuurders, waardoor de boedel zelf in zijn verhaal wordt benadeeld.
Betekent dit dat ook een individuele schuldeiser nimmer inzage kan krijgen in de administratie? Dat ook weer niet. Een dergelijke schuldeiser kan zich beroepen op art. 3:15j sub d van het Burgerlijk Wetboek. Volgens deze bepaling kunnen crediteuren openlegging van de administratie vorderen voor zover zij daar rechtstreeks en voldoende belang bij hebben. Daarbij dient te worden gedacht aan het geval dat een schuldeiser bewijs moet vergaren voor zijn vordering op de boedel, als bijvoorbeeld zijn vordering wordt betwist. Als hij echter zijn hoedanigheid van crediteur van de failliet gebruikt om informatie te verkrijgen om de bestuurders aan te spreken, dan dient de curator geen inzage te geven.
Voor potentiële schuldeisers van de bestuurders lijkt hieruit een les te kunnen worden getrokken. Zorg dat u ook uw eigen administratie op orde heeft en dat u kunt monitoren of een vennootschap nog aan haar verplichtingen kan voldoen. De norm om een bestuurder aansprakelijk te houden, namelijk dat de bestuurder had moeten weten dat de vennootschap namens wie hij de schulden aanging, deze schulden niet zou kunnen nakomen, is tamelijk duidelijk. Het aansprakelijk houden van een bestuurder lijkt daarom in eerste instantie haalbaar. In de praktijk is deze drempel toch aanzienlijk moeilijker te nemen aangezien de curator niet zomaar inzage in de administratie zal geven.
Maurits Richert is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.