Praktijkgebieden:
Vanaf vandaag is het zover: wij zijn geen procureur meer. “Advocaat en procureur” was tot gisteren de formele aanduiding van ons beroep, en dat is dus nog slechts “advocaat”. Wat is er veranderd en wat betekent dat voor u?
Het begrip procureur is wat ouderwets. Het stamt uit de tijd (die overigens nog niet zo heel ver achter ons ligt) dat elke rechtbank zijn eigen regels hanteerde voor de rolprocedure. De “rol” is de wekelijkse agenda waarop de civiele zaken waarin schriftelijk wordt geprocedeerd de revue passeren. Op die zittingen worden conclusies en akten genomen, uitstel gevraagd, vonnis gevraagd, uitspraken gedaan, instructies gegeven, kortom, de hele loop van de procedure wordt op de rolzittingen bepaald en uitgevoerd. En daarin lag ook de taak van de procureur. Wij zijn namelijk advocaat in het hele land, maar slechts procureur bij onze “eigen” rechtbank. Procedeerden we voor een andere rechtbank, dan schakelden we daar een plaatselijke advocaat in die voor ons als procureur optrad. Hij tekende de stukken, diende ze in, haalde vonnissen op, sprak waar nodig met rechters, enzovoorts. Want de rol is niet alleen soms juridisch complex, maar logistiek evenzeer.
Al een paar jaren geldt een landelijk rolreglement. Alle rechtbanken behandelen die rolzaken nu volgens dezelfde regels. Lokale kennis is dus niet meer nodig. Het vrij persoonlijke contact van advocaten met de organisatie van de rechtbank is al jaren een stuk minder, nu zowel de balie als de rechterlijke macht sterk zijn gegroeid. En de postverzending via de zogenaamde “togadozen” (de kastjes op de rechtbank waar we onze toga's kunnen bewaren en waarin de bodes onze post legden) heeft plaats gemaakt voor koeriers, e-mails of gewoon de post. Minder romantisch, maar wel zo praktisch.
Dat het begrip procureur wat ouderwets werd gevonden blijkt ook wel uit het feit dat weinig advocaten zich nog als “advocaat en procureur” afficheerden, al waren we het nog wel. Dat brengt me op het tweede punt, en dat was de vraag wat u er nu van gaat merken. Weinig dus. We hoeven geen procureur meer in te schakelen en dat zal waarschijnlijk wel wat geld schelen. Wij merken het natuurlijk wel: digitale toegang tot de verschillende rolagenda's, nieuwe procedures, nieuwe formulieren – we zijn er klaar voor. En als al die nieuwe dingen werken merkt u er dus verder niets van. Behalve dan, dat uw advocaat geen procureur meer is.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.