Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Derdenbeslag (bijvoorbeeld op de bankrekening van uw debiteur) komt tot stand op het moment dat het beslagexploot aan de derde waaronder het beslag gelegd gaat worden (de bank), wordt betekend. In het geval die derde een rechtspersoon is, dient het beslagexploot te worden betekend: “aan de plaats waar de rechtspersoon volgens zijn statuten of reglement zijn zetel heeft, of waar de rechtspersoon een kantoor of filiaal houdt ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of filiaal betreffen“, aldus de wet.
Indien dus beslag gelegd wordt onder een bank, dient het beslagexploot te worden betekend aan het hoofdfiliaal van de bank of aan de bank waar de schuldeiser zijn bankzaken regelt. Het komt evenwel veelvuldig voor dat gerechtsdeurwaarders voor het gemak het beslagexploot betekenen aan een filiaal bij hen in de buurt, zonder dat dit filiaal het hoofdfiliaal is of het specifieke filiaal waar de schuldeiser bankiert.
Tot nog toe kwam deze gang van zaken veelvuldig voor en ging het ook vaak goed. De rechtbank Amsterdam steekt hier nu echter een stokje voor. In een onlangs gepubliceerde uitspraak , waar het inderdaad ging om de betekening van een beslagexploot aan een bank, oordeelt de rechtbank dat deze exploten slechts betekend mogen worden aan de plaatsen die de wet toestaat, dus alleen aan het hoofdfiliaal of het filiaal waar de schuldeiser bankiert. Betekening aan een andere plaats, betekent dat het beslag niet rechtsgeldig is gelegd en het beslag dus niet “kleeft” (zoals dat heet).
Alvorens derdenbeslag onder een bank te leggen, dienen beslagleggers dus goed te onderzoeken aan welke bank het beslagexploot betekend dient te worden. Het kost wellicht iets meer tijd, maar het risico van een niet-rechtsgeldig beslag op déze grond wordt daarmee wel voorkomen.
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.