Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De emoties lopen nog wel eens hoog op wanneer mensen in een (arbeids)conflict verwikkeld zijn; en zeker wanneer een partij niet het gelijk krijgt dat ie meent te hebben kunnen die emoties zich tegen de eigen rechtshulpverlener richten. In een héél enkel geval vindt iemand zelfs dat de rechtshulpverlener aansprakelijk is voor de gevolgen van het opvolgen van het gegeven advies.
Dit overkwam de vakbond FNV Bondgenoten, die een werknemer bijstond die op staande voet was ontslagen wegens frauduleus handelen. In de procedure die volgde, bood de rechter partijen de gelegenheid om alsnog gezamenlijk tot een oplossing te komen. De rechter gaf daarbij in niet mis te verstane bewoordingen aan dat de werknemer zich niet had gedragen hoe het hoorde, en de arbeidsovereenkomst dus in ieder geval zou eindigen, en dat het heel goed mogelijk was dat dit op grond van een dringende reden zou gebeuren. Dat laatste zou inhouden dat de werknemer verwijtbaar werkloos zou worden geacht en hem een WW-uitkering zou worden geweigerd. Op advies van zijn rechtshulpverlener accepteerde de werknemer een voorstel van de werkgever om met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder dat hem een vergoeding werd toegekend. De FNV jurist heeft daarmee voor de man een WW uitkering bewerkstelligd.
Eenmaal thuis kon de werknemer zich bij nader inzien toch niet vinden in de bereikte overeenstemming. Hij stelde FNV Bondgenoten aansprakelijk voor de schade die hij zou lijden ten gevolge van het de in zijn ogen tekortschietende juridische hulpverlening.
De rechtbank Utrecht overwoog in dit geschil dat een rechtshulpverlener slechts tekort is geschoten ten opzichte van zijn cliënt indien hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid, die in vergelijkbare omstandigheden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Daarbij zij opgemerkt dat op een rechtshulpverlener geen resultaatsverbintenis, maar een inspanningsverplichting rust. Een bepaald resultaat kan nu eenmaal niet worden gegarandeerd omdat niet de rechtshulpverlener maar de rechter een oordeel uitspreekt over het gerezen geschil.
In onderhavige zaak oordeelde de rechter dat FNV niet heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid daar FNV alle verweren en gronden in de procedure heeft gebracht. Het advies om in te stemmen met het (magere) voorstel van de werkgever kan op instemming van de rechter rekenen nu de ex-werknemer het aanzienlijk risico liep dat hem anders geen WW-uitkering zou worden toegekend. De vordering van deze werknemer is dan ook afgewezen.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.