icon

Schending geheimhouding mediation verwijtbaar

In liefde en oorlog is alles geoorloofd, zo luidt een welbekend gezegde. Het is echter goed om u als werkgever of werknemer te realiseren dat dit gezegde niet altijd opgaat wanneer u in een loopgravenoorlog verzeild bent geraakt in een arbeidsrechtzaak. Immers bij ontbindingsprocedures ligt juist de vraag voor aan wie de verstoring van de arbeidsrelatie is te wijten. Zoals ik u laatst al berichtte kan zelfs het feit dat een advocaat in een vroeg stadium wordt ingeschakeld, van invloed zijn op het al dan niet kennen van een ontbindingsvergoeding.

Ook een werknemer uit Waddinxveen ondervond recentelijk dat kantonrechters niet alle (oorlogs)manoeuvres van partijen kunnen waarderen. In dit geval ging het om een werknemer wiens functie bij een verlieslijdend bedrijf was vervallen tijdens zijn ziekte. Toen de werkgever weigerde de werknemer na zijn herstel in zijn oorspronkelijk functie te herplaatsen, werd mediation gestart teneinde te trachten tot een gezamenlijke oplossing te komen. De werknemer had echter een hele andere insteek bij deze mediation: hij gebruikte deze gesprekken om bewijs te verzamelen tegen zijn werkgever voor een eventuele procedure en maakte in het geheim een bandopname van een mediationgesprek. Hoewel de werknemer aan het begin van de mediation bekend was met de regels weigerde hij de geheimhoudingsclausule te ondertekenen en bracht hij uiteindelijk een compleet uitgewerkt gespreksverslag van deze mediationbijeenkomst in het geding bij de kantonrechter.

De kantonrechter rekende het de werknemer zwaar aan dat hij zijn geheimhoudingsplicht had geschonden en overwoog dat dit een ernstige zaak is omdat partijen zich tijdens een mediation vrijuit moeten kunnen uiten zonder het gevaar te lopen dat in een eventuele vervolgprocedure bepaalde uitspraken uit de context worden gehaald. De kantonrechter oordeelde dat het op deze wijze opbouwen van een dossier door de werknemer alleen al een zeer forse correctie op een eventueel toe te kennen ontbindingsvergoeding rechtvaardigt daar de werknemer op deze wijze zelf de hand heeft gehad in de vertrouwensbreuk. Uiteindelijk kreeg de werknemer een schijntje van de vergoeding die hij had gevraagd: de werknemer werd een vergoeding conform eerder aanbod van de werkgever toegekend van € 25.000,- in plaats van de gevraagde vergoeding van € 200.000,- . Het schenden van de geheimhoudingsplicht is deze werknemer dus (erg) duur komen te staan.

Opgemerkt dient te worden dat ook de (slechte) financiële situatie van de werkgever een rol lijkt te hebben gespeeld bij het toekennen van een lage vergoeding, evenals het feit dat (uit het mediationgesprek!) bleek dat de werknemer zich tamelijk star had opgesteld in besprekingen over een alternatieve functie.
Het is dan ook de vraag of het een werknemer (of werkgever ) in alle gevallen zo zwaar zal worden aangerekend wanneer vertrouwelijke informatie de mediationruimte verlaat. In civiele zaken heeft de rechter lang niet altijd boodschap aan het feit dat bepaald bewijs op een minder fraaie wijze is verkregen. Hoe zou het oordeel bijvoorbeeld luiden wanneer uit een dergelijk opname – afkomstig van een partij die de geweigerd heeft geheimhouding toe te zeggen – bleek dat de andere partij zich grof had misdragen?
Hoe dan ook, spring voorzichtig om met het wapenarsenaal dat ingezet wordt.


Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Schending geheimhouding mediation verwijtbaar

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief