Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Handelsregisterwet in werking getreden. Wij kondigden de komst daarvan al enige tijd geleden aan.
De belangrijkste wijziging is dat vanaf nu ook vrije beroepsbeoefenaren (zoals advocaten, notarissen en artsen) en hun samenwerkingsverbanden (die maatschappen heten) in het handelsregister moeten worden ingeschreven. De Kamer van Koophandel heeft daarvoor een aantal nieuwe formulieren ontwikkeld. Bestaande eenmanszaken en maatschappen van vrije beroepsbeoefenaren moeten uiterlijk op 31 december 2009 hun onderneming hebben ingeschreven. Doen zij dat niet, dan riskeren zij een boete.
Een andere wijziging waar nog niet zoveel ruchtbaarheid aan was gegeven, beoogt verbetering van de privacy van functionarissen van rechtspersonen (B.V., N.V., stichting, vereniging). Tot nu toe waren (behoudens hoge uitzondering) de adresgegevens van bestuurders, commissarissen, enig aandeelhouders, etc. van alle rechtspersonen volledig openbaar. Iedereen kon een toegangscode tot het handelsregister krijgen of een uittreksel bij de Kamer van Koophandel opvragen en bekijken “wie er achter” een B.V. zit. Dat was bijvoorbeeld handig wanneer een schuldeiser een bestuurder aansprakelijk wilde stellen omdat die namens een B.V. schulden was aangegaan waarvan hij tevoren wisten dat de B.V. die niet zou kunnen betalen.
Per 1 juli 2008 zijn van vrijwel alle rechtspersonen uitsluitend de naam en geboortegegevens openbaar. Voortaan hebben alleen advocaten, notarissen, deurwaarders en medewerkers van de overheid via hun handelsregisteraccount toegang tot de adresgegevens. De gegevens van vennoten in personenvennootschappen (vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en maatschap) en bestuurders van verenigingen waarvan de statuten niet in een notariële akte zijn opgenomen, blijven wel voor iedereen toegankelijk.
Verbetering van privacy is een goed streven, maar het is de vraag of de zelfprocederende schuldeiser door deze wijziging niet te zeer wordt benadeeld. Het is immers de bedoeling dat iedere rechtzoekende tot een belang van € 5.000 zonder advocaat zijn gelijk bij de rechter kan halen. Als hij voortaan in het handelsregister slechts een lege huls B.V. aantreft zonder gegevens over de persoon die daarachter schuil gaat, zou dat recht wel eens gefrustreerd kunnen worden.
Er staat overigens binnenkort nog een grote verandering in het handelsregister te wachten. Het ziet ernaar uit dat de nieuwe Wet Personenvennootschappen op 1 januari 2009 eindelijk in werking zal treden. Op dat moment worden alle huidige vennootschappen onder firma en openbare maatschappen automatisch een “openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid”, die in het handelsregister moet worden ingeschreven. Alleen stille maatschappen blijven die naam houden en hoeven niet te worden ingeschreven, zolang zij dan ook maar echt stil blijven en buitenstaanders van hun bestaan niet op de hoogte zijn. Overigens: indien u nu vennoot in een openbare maatschap bent, denkt u er dan aan dat uw aansprakelijkheid per 1 januari 2009 drastisch verruimd kan worden. Laat u zich tijdig informeren over de gevolgen voor uw situatie.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.