Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Werkgeversaansprakelijkheid (aansprakelijkheid van de werkgever voor schade die de werknemer lijdt in zijn werk) is een onderwerp dat de (juridische) gemoederen bezig blijft houden. Met name de vraag of de schade is ontstaan door de werkzaamheden, alsmede de vraag of de werkgever wel alles heeft gedaan om het ongeval te voorkomen leiden tot veel juridische geschillen. Ook recent zijn er weer een aantal interessante uitspraken gewezen op dit gebied die wij u niet willen onthouden.
Zo boekte het FNV eindelijk succes in de kappersbranche: voor het eerst is een werkgever in de kappersbranche aansprakelijk gesteld voor kapperseczeem. In deze zaak oordeelde de kantonrechter in Leeuwarden dat de huidaandoening het gevolg is van blootstelling aan stoffen in de kapsalon en dat de werkgever maatregelen had moeten treffen om de kans op allergie zo klein mogelijk te houden. Deze uitspraak, die overigens enigszins doet denken aan het orkest dat verantwoordelijk was voor gehoorschade van de cellist, is opvallend omdat in de tijd dat het eczeem ontstond bij de werkneemster, er nog relatief weinig bekend was over maatregelen om de huidziekte te voorkomen dan wel de kans daarop zo klein mogelijk te maken.
Zo was het, ook volgens de deskundige, in de betreffende periode gangbaar in de branche om de haren eerst te kleuren en dan te knippen. Het knippen gebeurde dan zonder handschoenen waardoor de werkneemster werd blootgesteld aan de bepaalde kleurstoffen die het eczeem veroorzaken. De mogelijkheid bestond ook, hoewel niet gebruikelijk in de branche, om eerst te knippen en vervolgens de haren te kleuren. En juist om deze reden heeft de werkgever zijn zorgplicht geschonden.Ook was niet duidelijk welke handschoenen het best bij het kleuren van het haar gedragen konden worden. Desondanks is de werkgever, aldus de kantonrechter, aansprakelijk: er was immers een gebrek aan goede handschoenen.
Het risico van het gebruik van bepaalde schadelijke stoffen komt derhalve voor rekening van de werkgever – ook wanneer hij handelt conform hetgeen gebruikelijk is in de beroepsgroep- wanneer hij niet alle maatregelen neemt die mogelijk zijn om de kans op een ziekte zo klein mogelijk te houden.
Dat geldt echter alleen wanneer de werknemer heeft bewezen dat de bepaalde stoffen ook daadwerkelijk de gestelde gezondheidsschade van de werknemer hebben veroorzaakt, zoals bleek uit een uitspraak van de Hoge Raad van 16 mei 2008. De (zware) bewijslast dat de werknemer tijdens zijn werk met schadelijke stoffen in aanraking is gekomen alsmede dat de gezondheidsklachten daardoor zijn veroorzaakt ligt derhalve bij de werknemer, die daar in deze zaak uiteindelijk niet in geslaagd was.
De bewijslast ligt echter weer niet bij de werknemer wanneer de precieze toedracht van een bedrijfsongeval onbekend is, zo oordeelde het Hof Leeuwarden in zijn uitspraak van 22 mei 2008. In deze zaak ging het om een uitzendbureau dat een werknemer uitleende als productiemedewerker aan een bedrijf om verf te spuiten. Bij het verrichten van de werkzaamheden raakte de werknemer gewond aan zijn hand waardoor verf met kracht in de weke delen van de hand van de werknemer schoot en de werknemer voor korte duur arbeidsongeschikt raakte. De toedracht van het voorval was echter niet geheel duidelijk en het aangesproken uitzendbureau stelde dat het ongeval door eigen schuld van de werknemer was ontstaan. Het Hof oordeelde dat wanneer de precieze toedracht van het ongeval onduidelijk blijft, dat niet voor risico van de werknemer komt, maar van de werkgever, hetgeen ook geldt in de verhouding uitzendkracht en uitzendbureau.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.