Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Kan het UWV een werkgever een loonsanctie opleggen wegens nalaten van reïntegratieinspanningen wanneer de werkgever zich heeft gebaseerd op een foutief medisch oordeel van de arbodienst? Deze vraag kwam aan de orde in een onlangs gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Assen.
Een werkneemster had zich ziek gemeld met whiplashklachten ten gevolge van een ongeval. De bedrijfsarts kwam in al zijn rapportages tot de conclusie dat de werkneemster volledig arbeidsongeschikt was en dat er geen mogelijkheden waren om (aangepast) werk te verrichten. Er werd nog een enkele poging gewaagd om de werkneemster met een kwartier per dag te reïntegreren, maar deze poging bleek niet succesvol. Zowel werkgever als werkneemster volgden het medische advies van de bedrijfsarts.
Het UWV was echter een andere mening toegedaan dan de bedrijfsarts: bij de beoordeling van de WIA-aanvraag van de werkneemster na twee jaar ziekte oordeelde de arbeidsdeskundigen van het UWV dat er wel degelijk nog benutbare mogelijkheden waren (geweest) voor de werkneemster en dat de werkgever daarom ten onrechte geen reïntegratieinspanningen had verricht. De werkgever werd daarom een loondoorbetalingsverplichting van 1 jaar opgelegd.
De werkgever maakte bezwaar en stelde onder meer dat hij op het oordeel van zijn bedrijfsarts mocht vertrouwen. Er was, aldus de werkgever, geen enkele reden om te twijfelen aan het advies van de bedrijfsarts.
De rechtbank was het eens met de werkgever en oordeelde dat noch uit de wet- en regelgeving, noch uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, valt af te leiden dat een werkgever een risicoaansprakelijkheid heeft voor een medisch foutief oordeel van de arbodienst. De werkgever mag dan ook van de advisering van de arbodienst uitgaan, tenzij er omstandigheden zijn om te twijfelen aan de juistheid en/of de consistentie van dat advies.
De rechtbank overwoog daartoe dat de medische beoordeling tot het domein van de bedrijfs- en verzekeringsarts behoren en dat het, gelet op de privacy van de werknemer, de arbo-arts ook niet is toegestaan om het achterliggende medische dossier aan de werkgever ter inzage te geven. Het om het om redenen van efficiency overdragen van taken aan een daartoe ingeschakelde deskundige is dan ook volgens de rechtbank van een geheel andere orde is dan het inschakelen van een deskundige omdat de werkgever de noodzakelijke expertise mist.
Als werkgever blijft u wel verantwoordelijk voor een handelen of nalaten van uw arbodienst indien het niet gaat om een medisch foutief oordeel, maar bijvoorbeeld om het tijdig ziekmelden van uw werknemer. Het is en blijft, met name voor de administratieve verplichtingen, dan ook raadzaam om uw arbo-dienst te controleren en een en ander goed af te stemmen. Voor een foute medische beoordeling van uw arbo-arts bent u als werkgever vooralsnog (het wachten is op een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op dit punt) niet aansprakelijk. Terecht mijn inziens: wanneer u als werkgever niet over de kennis of de mogelijkheden kunt beschikken om een overtreding te voorkomen, dan kan deze overtreding u ook niet worden aangerekend. Risicoaansprakelijkheid is immers niet te verenigen met het beginsel “zonder schuld geen straf”, aangezien dit in zou houden dat het enkele feit dat een overtreding plaatsvindt, zonder dat het voorkomen daarvan redelijkerwijs in iemands macht ligt, tot een sanctie leidt.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.