Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
1 juli 2008 is nog steeds uitgangspunt voor de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). De praktijk bereidt zich hier al enige tijd op voor; onder andere door nog tijdig al in voorbereiding zijnde plannen in procedure te brengen zodat deze nog via de “bekende” weg kunnen worden afgehandeld. Voor bestemmingsplannen geldt dat een ontwerpbestemmingsplan voor 1 juli as ter inzage moet worden gelegd, terwijl voor vrijstellingen geldt dat het verzoek om vrijstelling voor genoemde datum moet zijn ingediend.
Bestemmingsplannen waarbij 1 juli as niet meer wordt gehaald, zullen volgens de procedure van de nieuwe Wro worden afgehandeld. In dat geval komt de goedkeuring door GS te vervallen, maar kunnen GS eventueel wel ingrijpen via een zogenoemde reactieve aanwijzing. GS moeten in dat geval wel, net als alle anderen, een zienswijze naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan hebben ingediend. Wordt die zienswijze niet overgenomen, of wordt het plan gewijzigd vastgesteld, dan kunnen GS bepalen dat dat onderdeel van het bestemmingsplan er als het ware uit wordt geknipt en dus buiten werking blijft. Zo blijft de provincie toch rechtstreeks invloed op de inhoud van het bestemmingsplan houden. Die invloed kan ook via andere manieren worden uitgevoerd, namelijk onder meer door een zogenoemd inpassingsplan, door algemene regels over de inhoud van bestemmingsplannen te geven of door een directe aanwijzing aan de gemeente te geven. Deze sturingsmiddelen zullen in de toekomst nader aan bod komen in onze weblog.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.