Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een eerdere bijdrage stond ik stil bij een opmerkelijke uitspraak van de kantonrechter te Utrecht over een beroepswielrenner wiens contract was ontbonden, omdat de werkgever ontevreden was over zijn wedstrijd-prestaties. De kantonrechter deed dat zonder toekenning van een vergoeding, ondanks dat er zowel inhoudelijk als procedureel nogal wat aan te merken viel op de gang van zaken. Zo werd de CAO voor voetballers erbij gehaald, werd een arbitragebeding niet in acht genomen en had de werkgever zich volgens de Europese regels voor de bevoegdheid van rechters moeten richten tot de Belgische rechter. De advocaat van de wielrenner stelde hoger beroep in en volgens Nu.nl deed het gerechtshof te Arnhem daarin vandaag uitspraak.
Het gerechtshof was het met (mij en) de advocaat van de wielrenner eens dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was. Het gerechtshof vernietigde daarom de beschikking van de kantonrechter. Omdat de fietser in België woont is alleen de Belgische rechter bevoegd kennis te nemen van het geschil en als de werkgever het contract met de wielrenner wil ontbinden zal dat in België moeten gebeuren. De man is nog onverminderd in dienst en dient (voor zover hij niet inmiddels elders werk heeft gevonden) zijn salaris te ontvangen.
Het is uiterst zeldzaam dat een hoger beroep van een ontbindingsbeschikking slaagt, op inhoudelijke gronden kan geen beroep worden ingesteld. Maar omdat de kantonrechter buiten zijn bevoegdheid was getreden kon het Hof deze beschikking vernietigen. Over de andere vraagtekens die bij deze procedure te plaatsen waren lijkt het Hof zich niet te hebben uitgelaten. Wanneer de uitspraak wordt gepubliceerd komen we daar wellicht nog op terug.
Of er een procedure in België komt is overigens niet zeker. Mogelijk heeft de fietser al ander werk, hij gaf destijds aan te hopen als bewegingswetenschapper aan de slag te kunnen. Anders wordt er wellicht een regeling getroffen. De uitkomst van een procedure bij een Belgische rechter, die zich voor deze gelegenheid zal moeten verdiepen in het Nederlandse ontslagrecht, want dat is op deze overeenkomst van toepassing, is naar je kunt verwachten nog minder voorspelbaar dan bij de Nederlandse rechter.
Benjamin van Leeuwen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.