Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Over de vraag of een werknemer zich wel of niet representatief en hygiënisch presenteert kunnen werkgever en werknemer behoorlijk van mening verschillen. Er zijn dan ook nogal wat werkgevers die in de arbeidsvoorwaarden kledingvoorschriften hebben opgenomen. Met name spijkerbroeken, te korte rokken, te lage truitjes, piercings en tatoeages alsmede bepaalde hoofdbedekking kunnen de goedkeuring van de meeste werkgevers niet dragen. De vraag is echter in hoeverre deze voorschriften afdwingbaar zijn. Mag bijvoorbeeld een werknemer op staande voet ontslagen worden wanneer hij of zij zich weigert zich aan deze voorschriften te houden?
Deze vraag kwam aan de orde in een onlangs gepubliceerde uitspraak van de kantonrechter in Utrecht.In dit geval ging het om een leidster bij een kinderdagverblijf die drie oorbellen per oor droeg. Het kinderdagverblijf had een aantal regels opgesteld in zowel de arbeidsvoorwaarden als het Voedingsbeleid. Daarin is bepaald dat leidsters bij voorkeur geen hand- en armsieraden dragen, dat zichtbare piercings worden uitgedaan en tatoeages worden bedekt. Het kinderdagverblijf leek aanvankelijk geen probleem te hebben met de oorbellen van de leidster, eerst na geruime tijd liet het weten een tweede of derde paar oorbellen voortaan als piercings te beschouwen. Van de leidster werd geëist dat zij niet meer dan één paar oorbellen zou dragen tijdens werktijd. Ondanks meerdere waarschuwingen weigerde de werkneemster echter het tweede en derde paar oorbellen uit te doen.
Toen tijdens een functioneringsgesprek de gemoederen over dit onderwerp hoog opliepen is de werkneemster geëmotioneerd vertrokken, de collega-leidster met 14 kinderen achterlatend. Binnen een uur na het vertrek bood de werkneemster echter aan weer aan het werk te gaan en toonde zij spijt van het feit dat zij was weggegaan. Voor de werkgever was echter maat vol: de leidster werd op staande voet ontslagen.
In de daarop volgende rechtszaak is het ontslag op staande voet vernietigd. De kantonrechter overwoog dat het dragen van drie oorbellen per oor op de wijze zoals de leidster dat doet, mede gelet op de aard van het werk en de branche naar maatschappelijke opvattingen op zich zelf genomen niet ongepast of ongewoon is. Nu hierover ook geen klachten van ouders zijn gekomen, prevaleert het belang van de werkneemster om zich te kleden zoals zij dat wil.
Met betrekking tot het belang van de uitspraak is het vooral goed te realiseren dat in deze zaak heeft meegespeeld dat het dragen van oorbellen op zich zelf genomen niet in strijd met de voorschriften was. De nadere invulling van het beleid van de werkgever -1 oorbel in het oor is geen piercing, twee oorbellen wel- was in feite opgesteld met betrekking tot deze specifieke leidster en valt nogal te bediscussiëren. De kantonrechter wijst er niet voor niets op dat de werkneemster de oordellen al op deze manier droeg bij haar sollicitatiegesprek.
Mag een werknemer zich op basis van deze uitspraak nu kleden zoals hij wil, zolang het naar maatschappelijke opvattingen niet ongepast of ongewoon is? Nee, dat is niet het geval. Wanneer de werknemer herhaaldelijk de bedrijfsvoorschriften overtreedt, dan heeft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst een goede en reële kans van slagen. Een ontslag op staande voet is en blijft echter moeilijk in dit soort gevallen, met name gelet op de gevolgen daarvan voor de werknemer. Een ontbinding zal, soms met een (kleine) vergoeding, vaak wel soelaas kunnen bieden.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.