Praktijkgebieden: Bouwrecht
Wij schreven al eens eerder over architecten en afbeeldingen van hun werken (met name inzake de Erasmusbrug te Rotterdam: zie hier en hier). Dat is echter al weer een tijdje geleden en een recente uitspraak van de Kantonrechter in Leeuwarden biedt aanleiding hier nog eens bij stil te staan.
De architect heeft het auteursrecht op zijn ontwerpen. De harde kern daarvan is dat hij het alleenrecht heeft op openbaarmaking en verveelvoudiging daarvan. Anderen kunnen dus niet zonder zijn toestemming de door hem ontworpen gebouwen realiseren. Bovendien kan de architect optreden tegen een beroepsgenoot wanneer hij meent dat diens werk wel heel erg met het zijne overeenstemt. Dit soort situaties doet zich echter niet dagelijks voor. Maar wat zijn de mogelijkheden wanneer iemand op een andere manier aan de haal gaat met het werk van de architect?
Een architect had een aantal “eigenzinnig vormgegeven” bio-ecologische woningen ontworpen die qua vorm leken op een leguaan. Deze moesten onder andere bijdragen aan een groter ecologisch- en milieubewustzijn bij het publiek. Foto's van deze woningen doken vervolgens op in een reclamecampagne van Friesland Bank voor hypotheken, waarbij de karakteristieken van de woningen prominent in beeld werden gebracht. Zie kantonrechter Leeuwarden d.d. 5 februari 2008.
De architect slaagde er niet in het gebruik van deze foto’s te laten verbieden op grond van zijn auteursrecht. De rechter oordeelde namelijk dat de woningen bedoeld waren om “aan de openbaarheid te worden prijsgegeven”. Daar komt bij dat gerechtvaardigde belangen van anderen soms in redelijkheid kunnen prevaleren op het auteursrecht van de maker als dat in de betreffende tak van de handel gebruikelijk is.
Behalve het recht tot openbaarmaking en verveelvoudiging heeft de maker van een auteursrechtelijk beschermd werk echter ook zogenaamde “persoonlijkheidsrechten”, die zijn neergelegd in artikel 25 Auteurswet. Deze houden onder meer in dat hij zich kan verzetten tegen elke misvorming of aantasting van zijn werk en dat hij aanspraak kan maken op de vermelding van zijn naam.
De bank maakte zich in casu niet schuldig aan openbaar maken maar aan verveelvoudigen. Zij had volgens de kantonrechter namelijk moeten weten dat de combinatie van kleuren, vorm en omgeving van de woningen deze tot iets aparts maakten. De manier waarop de woningen in de hypotheekcampagne in beeld werden gebracht, kwam echter op geen enkele manier overeen met hun speciale karakter. Het aspect van ecologische bewustwording was er niet in terug te vinden, evenmin als de naam van de architect. De rechter was daarom van oordeel dat het oorspronkelijk concept van de woningen geweld werd aangedaan. Een beroep op de persoonlijkheidsrechten van artikel 25 lid 1 sub b was daardoor mogelijk, en de architect kon het gebruik van de foto’s alsnog laten verbieden.
Wanneer een architect dus bemerkt dat zijn werk door anderen (commercieel) wordt afgebeeld, is het van belang om te kijken op welke manier dit gebeurt. Als door de afbeelding aan het bijzondere karakter van het ontwerp wordt afgedaan, kan dat onrechtmatig zijn en worden verboden met een beroep op schending van persoonlijkheidsrechten. In de hiervoor besproken zaak kreeg de architect wel een verbod voor de toekomst maar geen schadevergoeding, omdat hij onvoldoende kon aantonen welk nadeel hij had geleden. Dit is een lastig probleem dat zich in dit soort gevallen vaak zal voordoen. Gezien de imagoschade die een bouwproject en de architect zelf kunnen lijden, zijn rectificatie en verbod echter minstens zo belangrijk.
Koen van den Berg is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.