Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam wil geen roze voorgevels in de Pijp omdat het in strijd is met redelijke eisen van welstand. Om die reden gelast het stadsdeel de eigenaar van een woning aan de Saenredamstraat (onder oplegging van een dwangsom) de roze kleur waarin hij de voorgevel heeft geschilderd te verwijderen. De eigenaar is het met deze beslissing niet eens. Hij stelt (hoger) beroep in. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt de eigenaar in het ongelijk (ABRvS 2 april 2008, 200706293/1).
Dat het stadsdeel Oud-Zuid aan de eigenaar van de woning een aanschrijving kan uitvaardigen om de roze kleur aan de gevel te verwijderen vanwege ernstige strijd met redelijke eisen van welstand, staat in artikel 19 van de Woningwet. Het oordeel dat het uiterlijk van een gebouw ernstig in strijd is met redelijke eisen van welstand dient gestoeld te zijn op welstandsbeleid. In dit geval baseert het stads-deel zich op de welstandsnota van het stadsdeel Oud-Zuid. In deze nota staat dat het gebruik van felle en contrasterende kleuren op bouwwerken ernstige strijd met welstand oplevert. Volgens het stadsdeel contrasteert de roze kleur teveel met de kleuren van de voorgevels in de omgeving.
De eigenaar van het pand vindt de roze voorgevel helemaal niet strijdig met redelijke eisen van welstand. Twee deskundigen (een architect en een planoloog) scharen zich achter zijn standpunt. Beide hebben hun deskundige mening in een afzonderlijk rapport verwoord. De eigenaar heeft beide deskundigenrapporten in de procedure gebracht. Dat het rapport van de planoloog pas voor het eerst in beroep is overgelegd, leidt niet tot het oordeel dat de rechtbank het rapport bij haar beoordeling niet had mogen meenemen. Geen rechtsregel staat er aan in de weg dat een grond die in bezwaar is aangevoerd in beroep wordt gestaafd met een onder-zoeksrapport. De rapporten konden de eigenaar echter niet helpen. De Afdeling oordeelt namelijk dat beide rapporten slechts het in de welstandsnota neergelegde welstandsbeleid bestrijden. De rapporten geven geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het negatieve advies van de welstandscommissie gebreken bevat. De Afdeling oordeelt daarom dat het stadsdeel het welstandsadvies mocht overnemen.
Uit deze uitspraak zijn twee punten te abstraheren. Allereerst blijkt dat als een grond in bezwaar is aangevoerd deze in beroep nader mag worden aangevuld met een onderzoeksrapport. Dit oordeel ligt volledig in de lijn van eerdere uitspraken van de Afdeling. In een eerdere uitspraak ging de Afdeling zelfs een stapje verder: “niet uit de wet, noch uit enig rechtsbeginsel vloeit voort dat de gronden die niet in de bezwaarschriftenprocedure zijn aangevoerd vanwege die enkele omstandigheid buiten de inhoudelijke beoordeling van het beroep zouden moeten blijven.” (ABRvS 4 januari 2006, 200500045/1 en ABRvS 18 oktober 2006, 200600059/1). Met andere woorden: in beroep kunnen nieuwe gronden worden aangevoerd, maar dan moeten deze wel tijdig, dat wil zeggen binnen de termijn voor het indienen van nadere stukken, naar voren zijn gebracht.
Een tweede punt is dat de Afdeling nog altijd groot gewicht hecht aan de wel-standsnota en het deskundige oordeel van een welstandscommissie. Zolang de inhoud van de welstandsnota voldoende begrijpelijk is, het gehanteerde welstands-beleid niet kennelijk onredelijk is en het advies van een welstandscommissie geen gebreken bevat, mag het gemeentebestuur zich daar zonder meer op baseren. Het feit dat twee deskundigen zich op een afwijkende standpunt hebben gesteld, maakt dit niet anders.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.