Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Wat zijn de gevolgen van het ontslaan van een zieke werknemer die lang in dienst is geweest? De laatste jaren heeft daar wat onduidelijkheid over geheerst, maar de Hoge Raad deed recent een uitspraak die daaraan (min of meer) een einde maakt.
Zoals bekend zal zijn geldt voor zieke werknemers een opzegverbod, maar alleen in de eerste twee jaar van ziekte. Als een werknemer daarna ziek blijft en er geen uitzicht op herstel is, kan op die grond de werknemer worden ontslagen. Daarvoor is uiteraard een ontslagvergunning vereist. Vroeger was het zo dat na het eerste jaar van ziekte de werknemer al geen loon meer kreeg. Dat ligt tegenwoordig anders, maar men gaat er nog steeds vanuit dat een langdurig zieke werknemer bij ontslag niet (echt) direct inkomensverlies lijdt. Tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen krijgt een werknemer daarbij dan ook geen ontslagvergoeding.
Dat leek een paar jaar geleden anders te worden toen de Hoge Raad een uitspraak deed in een zaak van een arbeidsongeschikte bouwvakker. Deze had 25 jaar lang zwaar fysiek werk gedaan, en was uitgevallen met rugklachten. Hij was arbeidsongeschikt geworden en werd na twee jaar ontslagen. Er kon geen verband worden vastgesteld tussen zijn werk en de rugklachten, en toch oordeelde de Hoge Raad dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was. De Hoge Raad stelde, kort gezegd, dat het niet nodig was voor de onredelijkheid van het ontslag dat de ziekte was veroorzaakt door het werk, maar dat voldoende was dat de ziekte was ontstaan na een lange periode van werk.
De uitspraak van de Hoge Raad zorgde destijds voor nogal wat opschudding. Veel werknemers die lang in dienst waren en bij ziekte waren ontslagen maakten aanspraak op een vergoeding. De lagere rechters waren verdeeld. Sommige rechters oordeelden inderdaad dat na een lang dienstverband bij ontslag bij ziekte altijd een vergoeding moest worden betaald, andere rechters hielden vast aan het principe dat er toch een zeker verband moest zijn tussen werk en ziekte wilde de werknemer aanspraak hebben op een vergoeding. Die laatste lijn heeft eigenlijk altijd in Amsterdam gegolden.
Voor die uitleg was ook wel een rechtvaardiging in de eerdere uitspraak van de Hoge Raad. Hoewel de Hoge Raad daar op zich niet op in ging, ligt het uiteraard voor de hand dat er wel een zeker verband zal bestaan tussen het sjouwen met stenen en het krijgen van rugklachten, ook al kon niet zonder meer worden aangetoond dat de klachten van de man nu juist daardoor werden veroorzaakt. Aan de discussie heeft de Hoge Raad nu een einde gemaakt. In een recente zaak heeft de Hoge Raad met zoveel woorden gezegd dat er verband moet zijn tussen het werk en de ziekte, wil de werknemer bij ontslag vanwege die ziekte aanspraak maken op een vergoeding.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.