Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Wanneer een gemeente besluit een nieuw bestemmingsplan vast te stellen, wordt in veel gemeentes op basis van een gemeentelijke verordening het conceptontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Omwonenden krijgen dan de mogelijkheid om daarop inspraakreacties in te dienen. Hoewel inspraak vanaf 1 juli 2005 op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening niet meer verplicht is, is dit nog wel gebruikelijk.
Ook in de gemeente Bergeijk bestond een gemeentelijke inspraakverordening bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Echter toen daadwerkelijk een nieuw bestemmingsplan werd vastgesteld waarbij werd voorzien in nieuwe woningbouw werd de inspraakprocedure niet gevolgd. De bewoners van de omliggende wijken konden zich niet in de plannen vinden, en wilden wel gebruik maken van de inspraakmogelijkheid. Na vaststelling van het bestemmingsplan ging een tweetal bewoners dan ook in bezwaar en beroep.
In deze procedure stelden de omwonenden onder andere dat de inspraakprocedure en de klachtenprocedure zoals die in de gemeentelijke verordening zijn vastgesteld, niet dan wel gebrekkig waren gevoerd. Daarnaast bevatte de plantoelichting niet de uitkomst van de klachtenprocedure, aldus de omwonenden.
De vraag waarvoor de Afdeling Bestuursrechtspraak zich gesteld zag was of het schenden van de inspraakverplichting op grond van een gemeentelijke verordening de rechtmatigheid van het bestemmingsplan kan aantasten.
Volgens de Afdeling was dat niet het geval. Immers, zo stelde de Afdeling, nu het bieden van inspraak geen onderdeel meer uitmaakt van de in de Wet Ruimtelijke Ordening geregelde procedure, kan het schenden van een inspraakverplichting op grond van een gemeentelijke verordening geen gevolgen hebben voor de rechtmatigheid van het bestemmingsplan.
Hiermee breekt de Afdeling met de lijn van eerdere jurisprudentie. Overtreding van de inspraakprocedure heeft dus geen gevolg meer voor nieuwe bestemmingsplannen.
Hoewel de rechtszekerheid gebaat is met deze uitspraak, maakt het de inspraakverordening van gemeenten feitelijk tot een dode letter. En of dat winst is, valt te betwijfelen.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.