Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
eerder schreven wij over het verband tussen gedrag van werknemers en ambtenaren in hun vrije tijd en de werkrelatie. Daarbij kwam onder meer aan de orde dat gedragingen van werknemers en ambtenaren in hun vrije tijd disciplinaire maatregelen en zelfs ontslag tot gevolg kunnen hebben. Zo werd onder meer een hotelmedewerker ontslagen na positief op drugs getest te zijn en werd een ambtenaar geschorst omdat hij in een pornoblad had geposeerd. Dat het vraagstuk actueel blijft, blijkt uit een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Den Haag.
In deze zaak had een militair in opleiding tijdens een uitgangsavond drugs gekocht, maar zich daarvan, na onenigheid hierover met een van zijn medeleerlingen, ook weer ontdaan zonder deze drugs te hebben gebruikt. De ambtenaar werd hiervoor geschorst en, na een transactievoorstel van het OM geaccepteerd te hebben, uiteindelijk ontslagen. De vraag was of dit ontslag terecht was.
Voor militairen geldt een duidelijk beleid dat ontslag zal worden aangevraagd voor wie harddrugs onder zicht heeft gehad en/of gebruikt, dan wel meer dan de gebruikshoeveelheid aan softdrugs voorhanden heeft of heeft gehad dan wel softdrugs heeft gebruikt. Geen reden voor ontslag was echter het bij zich hebben van de gebruikshoeveelheid softdrugs. Om in deze zaak tot ontslag te kunnen komen was dan ook van belang of de ambtenaar softdrugs of harddrugs onder zich had gehouden. De ambtenaar ontkende harddrugs onder zich te hebben gehad, maar accepteerde wel een transactievoorstel van het OM op grond van de Opiumwet. En de Opiumwet kent alleen strafbare feiten voor harddrugs. Volgens de werkgever bleek dan ook uit het feit dat de militair een transactievoorstel had geaccepteerd dat de ambtenaar feitelijk schuld had bekend en derhalve dat het voldoende aannemelijk was dat de ambtenaar harddrugs in zijn bezit heeft gehad. En, zo stelde de werkgever, aangezien de militair heeft verklaard dat hij de intentie had de drugs te kopen en daarna te gebruiken, leidt dit drugsbezit onverkort tot de maatregel ontslag.
Kat in het bakje zou je denken, maar nee.Omdat ontslag wegens wangedrag een zodanige zware maatregel is kan daartoe slechts kan worden overgegaan indien de feiten, die aan het ontslag ten grondslag zijn gelegd, niet voor gerede twijfel vatbaar zijn. En die feiten, zoals wat voor soort drugs de militair onder zich had, stonden nu juist niet vast aldus de rechtbank. Het feit dat de militair een transactie had geaccepteerd was al zodanig niet vlodoende omdat bij het accepteren van het transactievoorstel geen vaststelling van de schuld van de verdachte meer plaatsvindt, aldus de rechtbank.De rechtbank overwoog dat door de aanvaarding van een transactieaanbod een overeenkomst tot stand komt tussen het OM en de verdachte van een strafbaar feit, waarbij de verdachte aan de door het OM gestelde voorwaarde(n) moet voldoen en het recht tot strafvordering van het OM vervalt. Nu de vaststelling van de schuld niet vast komt te staan is derhalve ook het aanvaarden van een transactievoorstel niet als schuldbekentenis van het strafbare feit te beschouwen waarop het transactievoorstel betrekking heeft. Er was derhalve niet komen vast te staan of de ambtenaar hard- of softdrugs onder zich had gehad en of er dus reden voor ontslag was.
Daarbij overwoog de rechtbank dat het transactievoorstel door de militair met name was geaccepteerd op advies van derden om van de zaak af te zijn, en niet om schuld te bekennen. Op disciplinaire maatregelen behoefde hij, door het accepteren van het transactievoorstel, dan ook niet op zijn hoede te zijn.
Kortom, het accepteren van een transactievoorstel kan, zonder ander bewijs, de nodige bewijsproblemen opleveren en is daarom lang niet altijd reden voor ontslag.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.