Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het stadsdeel Centrum zal binnenkort overgaan tot het vaststellen van de Terrassennota 2008. Het nieuwe terrassenbeleid zal op 1 april 2008 in werking treden. De regels van het oude beleid waren niet altijd duidelijk en de uitvoering van het beleid bleek nogal eens diffuus te zijn. De nieuwe terrassennota probeert hier een einde aan te maken door regels, waar nodig, aan te scherpen en zo min mogelijk uitzonderingssituaties te creëren.
De kern van het beleid verandert niet door de nieuwe nota. Horecaondernemers die in het bezit willen komen van een exploitatievergunning voor een ongebouwd terras dienen bij het stadsdeel een aanvraag in te dienen. De aanvraag dient onder meer een tekening op schaal te bevatten waaruit duidelijk wordt waar het terras of de gevelbank gesitueerd dient te worden.
Een aanvraag voor een terrasvergunning wordt getoetst aan een aantal criteria. Deze criteria staan vermeld in de Terrassennota. Zo mag het terras niet breder zijn dan de gevel, moet de minimale doorloopruimte voor voetgangers minimaal een 1.50 meter bedragen. Ook zijn er regels gesteld met betrekking tot de maximale omvang van het terras. Voor het verkrijgen van de vergunning (en het naleven ervan) geeft de nota ook nog nadere regels op het gebied van de inrichting en de wijze van meten. Voordat op de aanvraag wordt beslist, wordt eerst advies van politie en brandweer gevraagd.
Zoals al eerder is aangegeven, verandert de kern van het beleid inzake terrassen niet door de nieuwe nota. Wel heeft de nieuwe nota voor een aantal horecazaken en straten tot gevolg dat zij een terras op de huidige locatie niet langer mogen exploiteren. Het gaat dan om de volgende situaties:
1. Er worden geen terrassen meer toegestaan bij fastfoodzaken (bestemmingsplan categorie horeca I).2. De Damstraat en Oude Doelenstraat worden gezien het drukke voetgangersverkeer uitgesloten van terrassen.3. Overig in afwijking van het beleid vergunde terrassen.
De gemeente heeft voor deze situaties een overgangstermijn vastgesteld van 3 jaar. De overgangsregeling geldt alleen voor zover de betreffende horecazaak in het bezit is van een vergunning voor (een van) de bovengenoemde situaties. Van belang is dat de exploitanten van bovengenoemde situaties wellicht in aanmerking kunnen komen voor nadeelcompensatie (schadevergoeding). De terrassennota 2008 voorziet niet in enige vorm van nadeelcompensatie. Deze zou eventueel wel gevorderd kunnen worden voor de rechter. Voor exploitanten die hun vergunning op grond van het nieuwe beleid dus de komende jaren zien aflopen, kan het interessant zijn om de mogelijkheden van een vordering tot nadeelcompensatie te onderzoeken.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.