Praktijkgebieden: Bestuursrecht
In december 2007 is de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte aangenomen door de Eerste kamer. Deze wet zal naar verwachting dit jaar al in werking treden.
Met deze wet krijgen gemeenten de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Zo kan een boete opgelegd voor het veroorzaken van geluidsoverlast door cafés, voor overlast door feestende buren en voor bouwwerkzaamheden die aanvangen vóór de in de APV aangegeven tijd. Daarnaast kunnen boetes worden opgelegd voor de dagelijkse kleine ergernissen zoals wildplassen, graffiti, hondenpoep en zwerfafval.
Nu is de politie nog verantwoordelijk voor het handhaven van de APV, en kan een strafrechtelijke boete worden opgelegd. Omdat de politie door de enorme werkdruk echter steeds minder tijd had voor deze “kleine” zaken en zich meer en meer concentreerde op de kerntaken, is besloten om de gemeente de mogelijkheid te geven zelf op te treden tegen deze overlast.Gemeentes hebben echter wel de keuzevrijheid om al dan niet tot invoering van bestuurlijke boetes over te gaan. Voor met name kleinere gemeentes zal dit niet een lastige afweging zijn. Enerzijds mogen de gemeentes de geïnde boetes zelf houden (terwijl deze via de politie nu naar de Rijkskas gaan), maar daar staat tegenover dat er buitengewoon opsporingsambtenaren moeten worden aangesteld (en betaald). Daar komt dan bij dat er naar verwachting veel bezwaar- en beroepsprocedures te verwachten zijn, welke kosten niet kunnen worden gedekt door de lage boeteopbrengsten. De grote steden, die meer zijn ingericht op toezichthouders en bezwaarcommissies, zullen waarschijnlijk wel gebruik maken van de nieuwe wet en zich deze nieuwe inkomsten niet onthouden.
Het is dan ook goed mogelijk dat u straks in de ene gemeente een bestuurlijke boete krijgt terwijl u voor hetzelfde feit in een andere een strafrechtelijke boete krijgt. Maar is dat een probleem? Nee, de boetebedragen zullen op elkaar afgestemd worden zodat de hoogte van de boetes niet veel zullen verschillen. Wel maakt dit verschil uit in de rechtsbescherming.
De boete bedraagt voor personen maximaal € 340,00 en voor bedrijven € 2.250,00. De boetes mogen worden opgelegd door toezichthouders van de gemeente die eveneens buitengewoon opsporingsambtenaar zijn.
Het wordt dus oppassen geblazen voor de burgers. Gedraagt u netjes!
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.