Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een onlangs gepubliceerde uitspraak van de kantonrechter te Leeuwarden toont aan dat het oppassen blijft met concurrentie- en relatiebedingen.
In deze zaak ging het om het volgende beding:“Partijen komen overeen dat de werknemer bij het einde van het dienstverband met werkgever geen klanten van werkgever zal meenemen dan wel benaderen, hetgeen impliceert dat de werknemer geen werkzaamheden zal mogen verrichten voor klanten van werkgever zonder schriftelijke toestemming van de werkgever. Bij overtreding van dit verbod verbeurt werknemer een dadelijk opeisbare boete van € 25.000,– (vijfentwintigduizend euro) per overtreding …”
Een man die zo’n anderhalf jaar werkzaam is geweest bij een technisch adviesbureau wordt een aantal weken na zijn vertrek bij het bedrijf aangetroffen in de winkel van een relatie van het bureau alwaar hij assisteert bij een verbouwing. Vast staat dat deze winkelier een vriend was van de voormalig werknemer, en dat deze door hem bij zijn werkgever was geïntroduceerd.De man beweerde dat het slechts een vriendendienst van een paar uurtjes betrof waar geen enkele vorm van betaling tegenover stond.
Bij het beoordelen van de vraag of hij het beding had overtreden werd de kantonrechter gehinderd door een aantal onduidelijkheden:
Het beding kent geen looptijd. Er staat slechts “bij het einde van het dienstverband”. De ex werknemer stelde dat dat inmiddels een aantal weken geleden was zodat er geen verbod meer gold;Het begrip “werkzaamheden” is niet gedefinieerd. Mocht de werknemer nu helemaal niets doen voor deze vriend (met als gevolg dat het beding te veelomvattend en daarmee onredelijk bezwarend was), of alleen niet op het gebied van zijn oude werkgever?De man stelde dat zijn ex werkgever slechts beperkt actief was geweest voor de winkel van zijn vriend, en dat dat alweer even geleden was, zodat deze géén klant meer was van het bureau.En ten slotte: er was niet betaald voor het werk. De werknemer stelde uiteraard dat het hem alleen verboden was commercieel actief te zijn voor klanten van zijn ex baas. Het beding stelt hierover niets.
De kantonrechter interpreteert de situatie uiteindelijk zodanig dat hij tot het oordeel komt dat de werknemer met zijn vriendendienst het relatiebeding heeft overtreden, maar dat die overtreding zo licht was dat de boete is gematigd tot slechts € 300,-.
Dat had maar zo anders kunnen uitpakken. Deze uitspraak wijst ons weer eens op het belang van het duidelijk formuleren van (relatie)bedingen. Het is voor alle partijen van belang om goed te beseffen wat een dergelijk beding nu precies verbiedt. Bij een relatiebeding zoals het onderhavige kan in theorie zelfs het afleveren van een pakje bij een klant van een goede vriend “omdat je toch in de buurt was” een overtreding van een relatiebeding opleveren als het toevallig een klant van een voormalig werkgever betreft, óók als er geen enkele zakelijke bedoeling achter zit.
Het blijft dus oppassen met relatiebedingen. Het advies is dan ook – primair om geen onduidelijke bedingen overeen te komen, en voorts – bij de geringste twijfel over de uitleg van een relatiebeding vóór het uitvoeren van werkzaamheden te overleggen met de voormalig werkgever om te voorkomen dat een kantonrechter (die wellicht wat minder mild is dan de rechter in de hier besproken zaak) besluit om een boete op te leggen voor een vriendendienst.
Benjamin van Leeuwen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.