Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Nederland is door Brussel op de vingers getikt vanwege de tekortschietende bescherming van homoseksuelen tegen discriminatie. Die is minder strikt – zo stelt Eurocommissaris Spidla van Sociale Zaken – dan Europese regels voorschrijven.
Is de wettelijke bescherming tegen discriminatie op grond van seksuele gerichtheid minder dan op andere gronden? Ja en nee. Nee, omdat de wet seksuele gerichtheid noemt als een van de verboden gronden van onderscheid, en die op één lijn zet met de andere gronden (ras, godsdienst enzovoorts). Ja, omdat in de parlementaire behandeling van de Wet Gelijke Behandeling juist over die discriminatiegrond vreemde dingen zijn gezegd door de regering. Het gaat om het “enkele feit-criterium”. Ik schreef daarover al eens in een eerdere blog.
Dat enkele feit-criterium houdt in dat iemand niet mag worden gediscrimineerd vanwege het enkele feit dat hij of zij homoseksueel is. Het venijn zit in de “omdraaiing”: het mag dus wél als er bijkomende omstandigheden zijn. Daarbij heeft men het dan vaak over “levensbeschouwing”. Bijvoorbeeld: de gehuwde staat van man en vrouw is de enige wenselijke vorm van samenleving. Als die beschouwing moet worden uitgedragen, kan homoseksualiteit een probleem zijn onder het enkele feit-criterium.
Het enkele feit-criterium wordt wel eens omschreven als “je mag het zijn, als je er maar niet voor uitkomt”. Dat is niet zo. Tot het wezen van homoseksualiteit hoort niet alleen de gerichtheid, maar het hebben van een relatie, en daarmee in de openbaarheid kunnen treden. Dat geldt temeer nu die relatie wettelijk gelijkgetrokken is door openstelling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht. Dat enkele feit omvat dus eigenlijk alle aspecten van de seksuele gerichtheid, en is dus ook een volslagen onwerkbaar criterium. Als het gaat om de bijkomende omstandigheden, dan hoort het – dus – alléén om die omstandigheden te gaan. Seksuele gerichtheid hoort daar buiten te staan. Het is mij overigens altijd al een raadsel geweest hoe seksuele gerichtheid iets kan zeggen over iemands levensbeschouwing, maar dat terzijde.
D66 pleit voor afschaffing van het enkele feit-criterium, en terecht. Net zo terecht als de tik op de vingers die Spidla Nederland heeft gegeven. Het feit dat we niet het enige land zijn dat zijn antidiscriminatiewetgeving niet geheel op de lijn heeft, doet daar niets aan af.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.