Praktijkgebieden: Bouwrecht
Naast De Nieuwe Regeling 2005, die van toepassing kan worden verklaard op de rechtsverhouding tussen een opdrachtgever en zijn architect (zie weblog 28 september 2007), bestaat sinds het najaar 2006 ook de Consumentenregeling 2006.
Waarom de introductie van CR 2006?
In de praktijk bleek er behoefte te zijn aan een eenvoudiger regeling voor de rechtsverhouding tussen een opdrachtgever en zijn architect, geschikt voor kleinere opdrachten. En in het bijzonder een eenvoudiger regeling die aansluit op de consumentenopdracht.
Wat wordt verstaan onder consumentenopdracht?
Het geven van een opdracht door een consument aan een architect. Met “consument” wordt onder verwijzing naar het BW bedoeld “natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf”. De CR 2006 kan overigens ook worden gehanteerd bij een opdracht van bijvoorbeeld een kleine, zelfstandige winkelier of andere kleine rechtspersonen. Andersom kan het voorkomen dat een particulier zo’n grote opdracht geeft dat door de omvang en complexiteit de DNR 2005 juist weer voor toepassing in aanmerking komt.
Waaruit bestaat de CR 2006?
Naast de Algemene Voorwaarden die de rechtsverhouding consument-architect beheersen, maakt een Modelovereenkomst, een Taakbeschrijving en een Schema Investeringskosten onderdeel uit van de CR 2006.
In het Model moeten soms keuzen worden gemaakt. De Algemene Voorwaarden kennen bijvoorbeeld verschillende mogelijkheden voor het vergoeden van het honorarium en kosten, zoals op basis van bestede tijd of een vast percentage van de aanneemsom. Onduidelijk is wel in het Model wat de schatting van de kosten, zoals honorarium, toezichtkosten en bijkomende kosten, voor een consequentie heeft in het geval van overschrijding van de geschatte kosten.
De Taakbeschrijving is een lijst met standaardwerkzaamheden die kunnen worden aangekruist. Als een gewenste werkzaamheid niet op de lijst staat dan kan deze worden toegevoegd. De Taakbeschrijving mist overigens bij het onderdeel Directievoering het houden van toezicht op de werkzaamheden, terwijl de opstellers van de CR 2006 dit wel als een belangrijk aspect beschouwen. Dit blijkt onder meer uit de Modelovereenkomst waar in artikel 1 partijen dienen in te vullen hoeveel uren toezicht de architect zal moeten houden, alsmede hoeveel uren de architect zal spenderen aan directievoering.
Het Schema Investeringskosten is bedoeld om de niet deskundige opdrachtgever (=consument) een beter inzicht te geven in de (soorten) uitgaven die voortvloeien bij de verwezenlijking van de bouwwens. Het Schema is overigens geen contractsdocument. Dit betekent niet dat het Schema nooit juridische betekenis kan hebben. Dit is afhankelijk van de mate waarin de architect betrokken is bij het invullen van het Schema. Het is dan denkbaar dat hij (mede) verantwoordelijkheid draagt voor de deugdelijkheid ervan en de daarmee reëel te verwachten kosten. Immers, de architect heeft een waarschuwingsplicht als hij voorziet dat de opdrachtgever een verkeerd beeld heeft van de financiële implicaties van het project.
Tot slot bespreek ik de Algemene Voorwaarden die uit slechts negen artikelen bestaan. Daarbij hebben de opstellers aandacht besteed aan prijs, betaling, aansprakelijkheid en geschillen. De belangrijkste aspecten bij het sluiten van een overeenkomst.
Er ontbreekt een bepaling over vertegenwoordiging, zoals in de SR 1997 en DNR 2005 wel is opgenomen. Bij gebreke daarvan kan ervan uit worden gegaan dat de architect géén bevoegdheid heeft zich jegens derden als gemachtigde van de opdrachtgever te presenteren. In de praktijk zal dit tot lastige situaties leiden, vooral als de architect ook is aangesteld als directievoerder en/of toezichthouder.
Voorts besteed ik nog kort aandacht aan de aansprakelijkheid van de architect in artikel 7 van de CR 2006. Deze bepaling is in vergelijking tot de DNR 2005 kort en simpel gehouden. De bepaling geldt slechts voor de directe schade die is geleden. Daarnaast stelt de bepaling heldere beperkingen t.o.v. het geldbedrag waarvoor de architect aansprakelijk kan worden gehouden en de tijd, namelijk een vervaltermijn van vijf jaar na einde opdracht. Wel is de vraag of deze bepaling stand zal houden, omdat deze onder de grijze lijst valt. In de grijze lijst staan in de algemene voorwaarden voorkomende bedingen die in relatie tot de consument worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. De architect zal in het geval van een beroep op vernietiging van die bepaling moeten aantonen dat het beding gerechtvaardigd is.
Tot slot heeft de CR 2006 geen keuze in de geschillenregeling opgenomen. Bij een geschil staat slechts de gang naar de burgerlijke rechter open en niet naar de arbiter. Dit is opgenomen naar aanleiding van de Europese Richtlijn Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Een arbitraal beding wordt namelijk al snel als onredelijk bezwarend beschouwd. Het grote nadeel hiervan is dat de burgerlijke rechter als hij zich louter een oordeel moet vormen over bouwkundige of technische aspecten, min of meer gehouden is om een deskundige onderzoek te gelasten, met alle extra kosten en vertragingen van dien.
Voor meer informatie kunt u terecht op website van BNA.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.