Praktijkgebieden: Bouwrecht
Via de media bent u vast en zeker al op de hoogte gesteld over de energielabel. Dit label is vanaf 1 januari 2008 verplicht voor eigenaren van woningen en andere gebouwen bij de verkoop, verhuur en nieuwbouw van een woning en andere gebouwen. Deze verplichting is opgenomen in het Besluit Energieprestatie Gebouwen.
Het energielabel is een certificaat dat gebouwgebonden is en op, basis van een berekening, informatie geeft over de hoeveelheid energie die bij gebruik van het gebouw nodig is. Het doel van het energielabel is de koper direct een beeld te geven over de energieprestatie van het gebouw. Het label brengt een gebouw onder in gestandaardiseerde energieklassen (A t/m G en kleuren). Zeer energiezuinige gebouwen hebben een A en zijn heldergroen, niet zuinige gebouwen hebben daarentegen een G en zijn felrood. U kent ze wel als u een nieuwe ijskast of televisie. Daarnaast geeft het label bij bestaande bouw een lijstje met mogelijke maatregelen aan die de energieprestatie kunnen verhogen. Het energielabel is tien jaar geldig.
Rest de vraag: wat zijn de consequenties voor eigenaren als zij geen certificaat bij de verkoop of verhuur van een gebouw verstrekken?
De wetgever heeft gekozen om de verplichting op te nemen in het Besluit energieprestatie gebouwen dat gebaseerd is op de Woningwet, hoewel het meer voor de hand lag – gezien het specifieke karakter van de verplichting – deze verplichting in het Burgerlijk Wetboek op te nemen. De gekozen systematiek in het besluit is echter wel weer op privaatrechtelijke doorwerking geënt, wat met zich meebrengt dat het publiekrechtelijke toezicht beperkt van omvang is. Er zijn geen expliciete bestuursrechtelijke of strafrechtelijke handhavingsancties in het Besluit energieprestatie gebouwen opgenomen.
De privaatrechtelijke doorwerking krijgt vorm doordat het energielabel in diverse modelakten voor koop en huur van woningen is opgenomen. De bedoeling daarvan is dat partijen geïnformeerd worden over de verplichte aanwezigheid van een energielabel. Ook zal de notaris bij het passeren van de akte vragen aan partijen of de energielabel is overhandigd. Indien partijen vervolgens toch een geschil over het verstrekken van de energielabel hebben, zullen zij zich moeten wenden tot de burgerlijke rechter. Zij kunnen zich echter niet beroepen op het schenden van een verplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek, zodat de consequentie van het niet verstrekken van een label op dit moment onduidelijk is. De praktijk zal moeten uitmaken hoe de privaatrechtelijke doorwerking werkt. Indien in de toekomst blijkt dat de verplichting niet wordt nageleefd, dan zal de overheid de regels met het oog op een effectieve handhaving moeten aanpassen.
Wij houden u op de hoogte.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.