Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De discussie over de verhouding tussen werk en het privéleven (ik schreef daar al eerder over op 15, 23 en 24 oktober) laait vandaag weer op naar aanleiding van een bericht op de site van de Apeldoornse krantenuitgever De Stentor. Een brandweerman is geschorst naar aanleiding van een fotoreportage van hem (en zijn partner) in een pornoblad. In het blad had hij zijn naam niet genoemd, maar wel aangegeven dat hij beroeps brandweerman is in Deventer.
In een persverklaring zegt een woordvoerder van de gemeente Deventer dat de goede naam van de brandweer en van de collega's van de man is geschaad. B&W van Deventer beraden zich nu op maatregelen.
Hoe verhoudt zich dit tot de kwesties die ik mijn vorige stukjes heb beschreven? Om te beginnen is het de vraag of er überhaupt bezwaar tegen is dat een werknemer (op dat begrip kom ik nog terug) te zien is in een pornoblad. Daar is denk ik niet zonder meer ja of nee op te zeggen – dat zal erg afhangen van omstandigheden als de positie van de werknemer (op zijn werk) en zijn functie – samenvattend van de vraag of de functie zich tegen zoiets verzet. Je zou zeggen van niet; de persverklaring spreekt niet van een (meer of minder specifieke) instructie zoiets niet te doen en het natuurlijk de vraag of dit het aanzien van de brandweer nu echt schaadt. Dat geldt ook voor de verwijzing naar het aanzien van de collega's.
Er is wel een (mogelijk) complicerende factor, en dat is dat de brandweerman geen werknemer is maar ambtenaar. Ambtenaren zullen naar de aard van hun functie (in openbare dienst) eerder geacht worden een voorbeeldfunctie te hebben dan “gewone” werknemers. Dat geldt het meest voor ambtenaren die met (zichtbare) macht zijn belast zoals politiemensen, maar dat zou ook voor brandweermannen kunnen gelden. Daar staat tegenover dat die geen echt direct gezag uitoefenen, en voor zover ze dat al doen – bijvoorbeeld bij het controleren op nakoming van voorschriften die met brand te maken hebben – lijkt het niet direct voor de hand te liggen dat die taak nou wordt bemoeilijkt na zo'n reportage.
De brandweerman zal dus wel iets van een waarschuwing krijgen. Daarna liggen de zaken voor hem (en zijn collega's, mochten die eenzelfde actie in gedachten hebben) wel anders: dan is er (voor zover dat nu al niet het geval is) wel sprake van gecommuniceerd beleid, en zal overtreding daarvan wel sterker kunnen worden aangepakt. Of onze brandweerman het nog een keer zou willen doen betwijfel ik. Hij was ook te zien op de website van het blad, maar die foto heeft hij direct laten verwijderen toen hij merkte dat zijn reportage zo fout viel bij zijn superieuren.
Als de afloop bekend is zal ik dat hier nog even melden.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.