Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een onlangs gepubliceerde uitspraak oordeelde de rechtbank Breda dat een schadevergoeding die aan een sollicitant werd toegekend omdat de sollicitant de baan is misgelopen door een onrechtmatige keuring, niet in de loonbelasting kan worden betrokken. De werkgever hoeft over een dergelijke schadevergoeding dan ook geen loonbelasting in te houden.
In bovengenoemde zaak ging het om een gemeente die overeenstemming had bereikt met betrokkene ten aanzien van zijn aanstelling als toezichthouder, mits hij door de medische keuring zou komen. Op basis van de uitslag van de keuring werd de sollicitant echter niet aangenomen. De sollicitant stelde dat de gemeente ten onrechte een keuring had laten verrichten, zodat deze keuring onrechtmatig was.
De werknemer had gelijk: een werkgever – en dat geldt voor zowel overheden als ondernemingen – mag alleen een medische keuring laten doen wanneer voor de functie bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld, zoals bij zwaar fysiek werk of functies waarbij de veiligheid (van derden) in het geding is. Een keuring mag dan ook niet “zomaar” deel uit maken van een selectieprocedure om te beoordelen of een werknemer wel gezond is. Kan de werkgever zich dan helemaal niet weren tegen zieke sollicitanten? Jawel, op sollicitanten rust namelijk een mededelingsplicht. Wanneer een werknemer een kwaal of een ziekte verzwijgt waarvan hij wist of had behoren te weten dat de kwaal hem ongeschikt maakte voor de baan waarop hij solliciteerde dan verzetten de redelijkheid en billijkheid zich tegen een aanspraak op loon tijdens de ziekte. De werkgever hoeft in dat geval dus niet aan zijn loondoorbetalingsverplichting van twee jaar te voldoen.
In dit geval gaf de functie echter geen aanleiding tot een medische keuring. Nu de keuring onrechtmatig was, was ook het besluit van de gemeente om de sollicitant niet aan te nemen onrechtmatig. De gemeente besloot eieren voor haar geld te kiezen en kwam een schikking overeen met de sollicitant en betaalde hem een schadevergoeding. Over deze schadevergoeding hield de gemeente loonbelasting in. De sollicitant verzette zich hiertegen. In de hierop volgende rechtszaak besliste de rechter dat de schadevergoeding niet in de loonbelasting kon worden betrokken omdat er geen arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. De Wet op de Loonbelasting kent geen uitbreiding van het loonbegrip in die zin dat te derven loon in het geval een dienstbetrekking niet tot stand komt, kan worden belast. Overigens valt de schadevergoeding wel onder het begrip loon van de inkomstenbelasting. De werknemer dient derhalve (zoals altijd in dit land) wel belasting te betalen over de vergoeding.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.