Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Vorige week is door Minister Bos van Financiën het Besluit Openbare Biedingen (“BOB”) gepubliceerd met daarin de nieuwe en vernieuwde regels omtrent openbare biedingen. Duidelijk is dat de regels omtrent openbare biedingen door het BOB behoorlijk worden aangescherpt. Onderstaande is een beknopte maar zo compleet mogelijke weergave van de nieuwe regeling.
Het BOB maakt onderdeel uit van de wet ter implementatie van de Europese Overnamerichtlijn. Deze richtlijn voorziet ook in de invoering van het zogenoemde verplichte bod voor een aandeelhouder die tenminste 30% van de stemrechten in een beursgenoteerde onderneming houdt (zie hierover onze eerdere bijdrage van 24 mei jl.).De inwerkingtreding van het BOB valt derhalve samen met de implementatie van de Overnamerichtlijn.
Teneinde de openbare biedingen te stroomlijnen stelt het BOB onder andere een aantal maximale termijnen. Zo is er een maximale termijn voor indiening van een – verplicht openbaar te maken – aanvraag tot goedkeuring van het biedingsbericht. Dit is het document waarin alle voor het bod relevante informatie voor de markt en de aandeelhouders is opgenomen. Tezamen met de goedkeuringsaanvraag zal de overnemende partij moeten meedelen hoe zij de overname denkt te gaan financieren.
Voor het biedingsbericht zelf (houdende het officiële bod) geldt dat dit moet worden gepubliceerd binnen 12 weken nadat bekend is geworden dat een openbaar bod zal worden uitgebracht. Daarnaast komt er nog een maximale termijn waarbinnen aandeelhouders hun aandelen kunnen aanmelden bij de overnemende partij.
Met het stellen van die maximale termijnen zou het hele overnameproces niet langer moeten duren dan 35 weken, behoudens gevallen waarin sprake is van (een) concurrerende bieder(s). Op deze manier wordt een eind gemaakt aan de soms eindeloze processen waarmee openbare biedingen soms gepaard gaan.
De AFM wordt de instelling die naleving van de in het BOB gestelde termijnen gaat bewaken en die het biedingsbericht gaat goedkeuren.
Afgezien van de maximale termijnen en de goedkeuring van het biedingsbericht kent het BOB nog een aantal andere belangrijke elementen. Om te beginnen verandert het moment waarop een openbaar bod moet worden aangekondigd. Was dit voorheen op het moment dat de “gerechtvaardigde verwachting” bestond dat overeenstemming zou worden bereikt, met het BOB is dit verlegd naar het moment waarop “voorwaardelijke overeenstemming” bereikt is. Het BOB schept hier meer duidelijkheid.
Daarnaast moet het biedingsbericht in het vervolg ook de gevolgen voor de werknemers en, indien van toepassing, de (neven)vestigingen van de doelonderneming weergeven, alsmede de bonussen waar de (top)managers en commissarissen van zowel de overnemende als de over te nemen onderneming recht op hebben bij een geslaagd bod. Het biedingsbericht moet verplicht verstrekt worden aan de werknemers.
Een ander belangrijk element is de wijze van openbaarmaking van informatie over het bod. Daarvoor gaat op grond van het BOB hetzelfde gelden als hetgeen thans wettelijk bepaald is omtrent openbaarmaking van koersgevoelige informatie. Niet zo gek aangezien informatie over een openbaar bod (nagenoeg) altijd invloed heeft op de beurskoers van de overnemende en/of over te nemen onderneming en daarmee per definitie koersgevoelig is.
Last but not least bevat het BOB een aantal regels voor de gevallen waarin sprake is van een concurrerend bod. Zo is het de eerste bieder toegestaan de aanmeldingstermijnen te synchroniseren. Dit houdt in dat de aanmeldingstermijn voor de aandeelhouders die wensen mee te gaan in het concurrerende bod dezelfde is als de aanmeldingstermijn die geldt voor de aandeelhouders die de voorkeur geven aan het bod van de eerste bieder. Het zal duidelijk zijn dat in geval de eerste bieder gebruik maakt van die synchronisatie, de aanmeldingstermijn voor de aandeelhouders die in het concurrerende bod meewillen korter is.
Daarbij biedt het BOB de eerste bieder de mogelijkheid om één keer zijn bod te verhogen en heeft bestuur van de over te nemen onderneming de plicht zich schriftelijk uit te laten ten behoeve van haar aandeelhouders over het eerste bod in vergelijking met het concurrerende bod.
Al met al een flinke aanscherping van de thans geldende regels voor openbare biedingen. Maar uiteindelijk zal de duidelijkheid en vooral de snelheid die met het BOB vorm krijgen alle partijen ten goede komen.
Dennis Kulk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.