Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Vorige week heeft het Hof Amsterdam bepaald dat Aegon weliswaar onrechtmatig heeft gehandeld jegens een belegger in Sprintplan, maar dat desondanks geen schadevergoeding behoeft te worden betaald. En passant, bepaalt het Hof ook dat het Sprintplan niet valt onder de Wet op het Consumenten Krediet (WCK).
Al eerder waren er Pyrrhus overwinningen gemeld met betrekking tot het onrechtmatig handelen van een financiële instelling. Zie bijvoorbeeld onze bijdrage d.d. 10 augustus 2007. Die lijn wordt nu doorgezet. De maandelijkse bedragen waren steeds betaald, dus was volgens het Hof de draagkracht kennelijk zodanig dat de belegger dit kon betalen en dus was er geen schade. Daarnaast was het product zodanig ingericht dat er geen restschuld kon ontstaan, en dus geen schade. Ik vraag mij echter af of daarmee niet de financiële instelling al te makkelijk weg komt. Men mag immers niet onrechtmatig handelen. Als je dat toch doet, dan behoren daar gevolgen aan te zijn verbonden. Nu werd zelfs de belegger veroordeeld in de proceskosten. Overigens is het de vraag of deze specifieke uitspraak op dit punt als goed voorbeeld kan dienen. De belegger had kennelijk niet gesteld dat hij zonder deze onrechtmatige daad de overeenkomst niet zou zijn aangegaan. Het was beter geweest als de belegger (of zijn advocaat) dat wel had gedaan. Maar misschien wordt die stelling wel alsnog in een andere procedure opgeworpen.
Verder bevestigt het Hof dat “Sprintplan” niet onder de WCK valt. Dat is altijd een groot punt van discussie geweest. Als immers de WCK van toepassing is, dan moet de financiële instelling voldoen aan bepaalde vergunningsvereisten en gelden bepaalde verboden (zoals het verbod van koppelverkoop). Het Hof bepaalt, kort gezegd, dat de WCK niet van toepassing is omdat er geen geldsom ter beschikking werd gesteld, maar dit geldbedrag onmiddellijk werd belegd. Deze redenering kan ik niet volgen. Er werd immers wel degelijk een geldbedrag ter beschikking gesteld, en daaraan werd gekoppeld de verplichting om een bepaalde belegging te doen. Dat zulks niet het genot verschaffen is van een roerende zaak, kan ik billijken. Maar dat er geen geld ter beschikking werd gesteld, lijkt te kort door de bocht. Volgens deze redenering zou bijvoorbeeld het verbod van koppelverkoop (art. 33 WCK) een deel van zijn werking verliezen, hetgeen strijdig is met de in de WCK beoogde bescherming van de consument. De enige reden dat de betreffende consument niet de “vrije beschikking” heeft gekregen over het ter beschikking gestelde bedrag, was immers dat hij verplicht was een belegging aan te gaan. Het Hof geeft verderop in de uitspraak zelfs nog aan dat er expliciet sprake is van een “krediet”. Het Hof lijkt dus te willen aannemen dat de WCK uitsluitend geldt in het kader van een “recht-op-neer-lening” of de aanschaf van roerende zaken, en niet geldt voor effecten en beleggingen. Het Hof maakt dit echter niet expliciet. Daarnaast heeft de WCK een uitzondering voor de belening van effecten, zodat ik geen reden zie om effecten en beleggingen per definitie uit te sluiten van de werking van de WCK. Enfin, de Hoge Raad zal hier wel aan te pas moeten komen. Voorlopig is er een gezaghebbende rechter die een oordeel heeft gegeven. Tot nader order, staat dit oordeel.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.