Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een recente uitspraak van de kantonrechter te Wageningen is nog eens benadrukt hoezeer “de omstandigheden van het geval” een rol spelen bij de beoordeling van een ontslag op staande voet.
In dit geval was de werknemer ruim negen jaar in dienst bij de werkgever en zou hij over een jaar in aanmerking komen voor een VUT-uitkering. Van de werknemer was, zo vermeldt de uitspraak letterlijk, bekend dat hij een “kort lontje” had, maar voor het overige functioneerde hij prima. Op een gegeven moment kwam hij echter in conflict met een monteur die het bedrijf waar hij werkte bezocht om een bedrijfsauto te repareren. Deze bedrijfsauto stond in het magazijn, het “domein” van de betreffende werknemer, en hinderde hem bij het laden en lossen. Toen de monteur weigerde de bedrijfsauto te verplaatsen, raakte hij zo geïrriteerd dat hij zijn heftruck tegen de bedrijfsauto heeft geplaatst en daarmee de auto, met monteur en al, van zijn plaats heeft geduwd.Naar aanleiding hiervan had de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen.
De kantonrechter oordeelt dat ontslag op staande voet in dit specifieke geval een té zware sanctie was. (In hoeverre hij het “verplaatsen” van de bedrijfsauto stiekem wel een terechte – althans geestige – actie vond blijkt niet uit de uitspraak, wel wordt nadrukkelijk vermeld dat er geen schade van betekenis is aangericht.) De kantonrechter overweegt allereerst dat het incident met de heftruck uiteraard niet door de beugel kon. Máár, hij laat de omstandigheden aan de zijde van de werknemer zwaarder wegen. Niet alleen heeft de werknemer altijd goed gewerkt en is hij nooit eerder met ontslag op staande voet bedreigd, ook zou een ontslag vérstrekkende gevolgen voor zijn aanspraak op de VUT-uitkering hebben. De werkgever had dan ook kunnen en moeten volstaan met een “ultieme waarschuwing”, zo vindt de kantonrechter.
Waren de omstandigheden anders geweest, de werknemer jonger, of de mogelijkheid van VUT niet aanwezig, een minder schoon blazoen – en, wie weet, een andere rechter – dan had het dubbeltje wel degelijk de andere kant op kunnen vallen.
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.