Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Nog niet al te lang geleden werden internationale beleggingsfondsen (“hedge funds”) door sommigen afgeschilderd als boemannen die op allerlei manieren probeerden oerhollandse ondernemingen als VNU, Stork en thans ABN AMRO, over te (laten) nemen of op te splitsen. Op die manier moesten die ondernemingen of hun onderdelen op korte termijn aanzienlijk in waarde stijgen, waarna de hedge funds hun winst konden opstrijken.
Maar ondanks dat de hedge funds zich op die manier niet populair leken te maken bij grote groepen, heeft dit de Nederlandse wetgever er niet van weerhouden de hegde funds ertoe te bewegen zich in Nederland te vestigen en op die manier Nederland en de binnen haar grenzen gevestigde dienstverleners als accountants, belastingadviseurs, advocaten en trustkantoren een graantje te laten meepikken van de aanzienlijke bedragen die omgaan in de wereld van de hegde funds. Dat dat een flink graantje kan zijn blijkt wel uit het feit dat de hegde funds wereldwijd naar schatting zo’n $80 miljard per jaar opstrijken aan vaste en resultaatafhankelijke vergoedingen.
Ook al doet Nederland het niet slecht als financieel centrum binnen Europa, toch zijn er op dit moment slechts zo’n twintig hedge funds in Nederland gevestigd – nog geen half procent van het wereldwijd totaal. Veruit de meeste hedge funds hebben hun zetel in Londen of New York. Maar binnen Europa moet Nederland niet alleen Londen voor zich dulden (wat nu eenmaal het onbetwiste financieel centrum van Europa en in toenemende mate van de wereld is), maar ook Frankrijk, Zwitserland en de Scandinavische landen herbergen aanzienlijk meer hedge funds dan Nederland. Opvallend daarbij is dat ook de hedge funds die door Nederlandse banken zijn opgericht bijna zonder uitzondering zijn gevestigd in het buitenland.
De fiscale wetgever wil nu proberen de hedge funds binnen de Nederlandse grenzen te halen met een uitbreiding van de bestaande regeling voor vrijgestelde beleggingsinstellingen. Het wetsvoorstel daartoe is onlangs door de Eerste kamer aangenomen. Onder de nieuwe regeling valt een vrijgestelde beleggingsinstelling (“vbi”) niet alleen buiten de scope van de financiële toezichthouders in Nederland maar, veel belangrijker, is een vbi niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting en niet inhoudingsplichtig voor de Nederlandse dividendbelasting, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zo moet de beleggingsinstelling een bepaalde rechtsvorm (N.V., B.V., fonds voor gemene rekening) hebben en mag zij slechts beleggen in financiële instrumenten zoals gedefinieerd in het wetsvoorstel.
Het onlangs aangenomen wetsvoorstel is zoals gezegd een aanvulling op de reeds bestaande regeling voor vrijgestelde beleggingsinstellingen in de Wet vennootschapsbelasting 1968. Op grond van de bestaande regeling is een beleggingsinstelling slechts vrijgesteld van vennootschapsbelasting als de winst jaarlijks wordt uitgekeerd aan de beleggers/aandeelhouders. Omdat dit niet voor alle typen beleggers en financiële instrumenten optimaal is, wijken beleggingsfondsen op dit moment nogal eens uit naar Luxemburg, Ierland of exotischer oorden als de Cayman Island of Channel Island, waar de uitdelingsverplichting niet bestaat en waar al regelingen van kracht zijn die overeen komen met het nieuwe wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel is dus bedoeld om voor internationale beleggingsinstellingen het vestigingsklimaat binnen Nederland te verbeteren en op die manier de concurrentie aan te gaan met deze landen. Dit gecombineerd met de hoogwaardige financiële infrastructuur en de dienstverlening binnen Nederland zou de hedge funds moeten overtuigen.
Volgens experts zou het nieuwe wetsvoorstel moeten leiden tot ten minst een verdubbeling van het aantal hedge funds dat in Nederland is gevestigd. Dit zal nog moeten blijken, maar in ieder geval zou het de hedge funds en ook de dienstverleners in den lande geen windeieren leggen.
Dennis Kulk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.