Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In een voorgaande weblog schreven wij dat de projectgroep “Rechtsvorm Maatschappelijk Ondernemen” de tijd rijp vond voor een nieuwe rechtspersoon. Na bijna een jaar is er nu een concrete uitwerking van de door de projectgroep gedane voorstellen, in de vorm van het concept-wetsvoorstel “Maatschappelijke Onderneming”. Op 12 juli heeft minister Hirsch Ballin van Justitie het concept-wetsvoorstel ter consultatie naar verschillende instanties verstuurd.
De achtergrond van het wetsvoorstel blijft onveranderd. Deze rechtspersoon wordt in het leven geroepen voor instellingen in de semi-publieke sector, zoals scholen, universiteiten, ziekenhuizen en woningcorporaties. Met deze wettelijke regeling wordt beoogd de mogelijkheden voor deze instellingen te verruimen, zodat zij slagvaardiger kunnen optreden. Het concept-wetsvoorstel is een uitvloeisel van de voortschrijdende professionalisering die heeft plaatsgevonden in de semi-publiekrechtelijk sector. Uiteindelijk moet deze nieuwe rechtspersoon leiden tot een structuur die garanties bevat voor een evenwicht tussen het maatschappelijk belang en de andere belangen van deze instellingen, zoals de financiële belangen en de eisen van professionaliteit van de dienstverlening.
Het concept-wetsvoorstel voorziet in de implementatie van een nieuwe titel 6a “Maatschappelijke ondernemingen” in het Tweede Burgerlijk Wetboek, welke geplaatst zal worden na titel 6 “Stichting”.
De maatschappelijke onderneming zal drie organen kennen, te weten een bestuur, een raad van toezicht en een belanghebbendenvertegenwoordiging.Het bestuur vertegenwoordigt de onderneming en is belast met het besturen ervan.De raad van toezicht zal het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken controleren. Daarnaast staat de raad van toezicht het bestuur met advies terzijde. Ook zijn belangrijke besluiten van het bestuur aan de goedkeuring van de raad van toezicht onderworpen. Tot slot kan de raad van toezicht het bestuur benoemen en ontslaan.
Een ander belangrijk orgaan is de belanghebbendenvertegenwoordiging. De statuten zullen nader bepalen wie de belanghebbenden zijn. De belanghebbenden zijn in ieder geval de reguliere afnemers van de diensten van de maatschappelijke onderneming (bijvoorbeeld patiëntenverenigingen), maar het blijft daartoe niet noodzakelijkerwijs beperkt.
Voorts geeft het wetsvoorstel de belanghebbendenvertegenwoordiging de bevoegdheid adviezen te geven aan het bestuur. Daarnaast moet het bestuur verantwoording afleggen aan de belanghebbendenvertegenwoordiging door middel van het opstellen van een jaarrekening en jaarverslag. De maatschappelijke onderneming is verplicht haar jaarrekening te publiceren.
Tot slot worden de belanghebbendenvertegenwoordiging en de raad van toezicht wettelijke instrumenten aangereikt om hun bevoegdheden uit te oefenen, zoals de geschillenregeling en het enquêterecht.
De centrale vraag in deze consultatieronde is of de rechtspersoon voor de maatschappelijke onderneming en de wijze waarop de macht over de organen van die rechtspersoon is verdeeld, geschikt is om de ontwikkelingen aan te kunnen waarvoor instellingen in de semi-publieke sector zich geplaatst zien.
Reacties kunnen tot 1 oktober 2007 bij de minister worden ingediend. Naar aanleiding van deze reacties zal het wetsvoorstel worden voorbereid dat naar het kabinet gaat, wat volgens de planning eind van het jaar 2008 zal plaatsvinden.
Wij houden u op de hoogte.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.