Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Ons arbeidsrecht heeft de naam erg op de hand te zijn van de werknemers. Dat is echter niet altijd het geval, zoals onlangs weer eens bleek in een niet alledaagse zaak. Het ging daarbij om een scheepskok – toch al niet zo'n gebruikelijk beroep – die werd ontslagen omdat hij te dik was. U leest het goed – te dik.
Nu is natuurlijk best voor te stellen dat zwaarlijvigheid op een schip een risico is. De uitspraak bevat daar niet veel informatie over, anders dan dat de man wegens overgewicht werd afgekeurd. Er was kennelijk een medische keuring voor het vak (ook al opmerkelijk, want dat betekent kennelijk dat er medische eisen zijn vastgelegd én noodzakelijk zijn, anders mag je helemaal je werknemers niet laten keuren). De kok moest tien tot twaalf kilo afvallen, deed dat ook, maar na een verlof was hij toch weer aangekomen en mocht daarom wederom niet werken.
De werkgever trad nogal hardvochtig op. Niet alleen vroeg hij ontbinding van de overeenkomst, maar hij vond ook nog eens dat het de man zijn eigen schuld was omdat hij kennelijk niet de discipline kon opbrengen om op gewicht te blijven. De houding van de werkgever is wellicht niet zo verwonderlijk, opmerkelijker vind ik dat de kantonrechter daar in mee ging. Het was de man zijn eigen schuld, zo luidde het oordeel, en de kantonrechter ontbond zonder vergoeding. En dat terwijl de man 56 jaar oud was, en 14 jaar in dienst was en steeds goed had gefunctioneerd.
In de media is tegenwoordig veel aandacht voor overgewicht. Steeds meer komt men tot het inzicht dat “gewoon minder eten” een te eenvoudige benadering van het probleem is. In dit specifieke geval zou ik me bovendien nog kunnen voorstellen dat er wel enig verband bestaat tussen het werk – het eten verzorgen op een schip – en zwaarlijvigheid. Als overgewicht als ziekte wordt gezien (en die kwalificatie valt tegenwoordig toch steeds vaker) dan is een ontslag zonder enige vergoeding wel een erg harde uitkomst. De arme man was (arbeidsrechtelijk) beter af geweest als hij aan de drank was geweest. Dat stelt de werkgever vaak voor schier onoverkomelijke problemen. Niet dat ik dat een goede zaak vind, maar de uitkomst van deze zaak (gepubliceerd in JAR 2007, 151) is wat mij betreft wel weer het andere uiterste.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.