Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Het wetsvoorstel dat de aanpassing van de wettelijke bepalingen rondom de B.V. regelt, is op 31 mei bij de Tweede Kamer ingediend.
Wij schreven in onze weblog al verschillende keren over de ambtelijke voorontwerpen op het wetsvoorstel, die de afgelopen twee jaar in tranches bekend werden gemaakt. Inmiddels heeft de Raad van State zijn advies op het definitieve ontwerp gegeven en kan de politiek er haar zegje over gaan doen.
In het kort is het wetsvoorstel erop gericht de kapitaalbeschermingseisen te verlagen waardoor het eenvoudiger wordt om een B.V. op te richten. Een groot aantal van de huidige bepalingen wordt te star bevonden zodat die zullen worden aangepast. De B.V. wordt met de nieuwe regeling bovendien beter uitgerust voor de concurrentie met andere Europese vennootschapsvormen.
Ik zet een aantal van de belangrijkste wijzigingen nog eens op een rijtje.
1. Afschaffing van het minimumkapitaal van (nu) € 18.000.2. Afschaffing van het verplichte maatschappelijke kapitaal.3. Het aandelenkapitaal (maatschappelijk, geplaatst en gestort) kan in andere valuta luiden dan in euro.4. Invoering van stemrechtloze en winstrechtloze aandelen.5. Van een groot aantal bepalingen zal bij de statuten mogen worden afgeweken (regelend recht); waar dat nu nog niet mag (dwingend recht).6. Bij inbreng in natura vervalt de verplichting een accountantsverklaring te laten opstellen.7. In bepaalde gevallen hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders bij inkoop van eigen aandelen.8. In bepaalde gevallen hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders bij financiële problemen na een uitkering (dividend) aan de aandeelhouders. Dit is de belangrijkste tegenhanger van de afschaffing van het minimumkapitaal.9. Helderdere en effectievere regeling bij geschillen tussen aandeelhouders.10. De statuten kunnen bepalen dat benoeming van bestuurders gebeurt door een vergadering van houders van een soort aandelen (in plaats van de nu verplichte benoeming door de vergadering van alle aandeelhouders).11. Vervallen van de verplichte blokkeringsregeling.
De Raad van State (het hoogste adviesorgaan van de regering) heeft instemmend gereageerd op het wetsvoorstel, maar heeft ook een aantal kanttekeningen geplaatst.
Zo is de Raad bezorgd dat de flexibilisering voor partijen die niet zo ingevoerd zijn in het B.V.-recht onduidelijkheden zal opwerpen. Ook verwacht hij dat er een grotere gang naar de rechter zal komen nu partijen meer zelf in de statuten zullen kunnen regelen. De Raad zet verder vraagtekens bij de toegevoegde waarde die de openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (zie onze blog van begin vorig jaar) nog zal hebben nu de B.V. wordt geflexibiliseerd.
De Raad van State maakt zich bovendien zorgen over de positie van minderheidsaandeelhouders. De aandeelhouder zal in bepaalde gevallen door een statutenwijziging gedwongen kunnen worden zijn aandelen tegen zijn wil te koop aan te bieden. De Raad meent dat die regeling nog eens nader onder de loep moet worden genomen. Tenslotte heeft de Raad aangegeven dat hij geschillen tussen aandeelhouders het liefst beslecht zou zien door één gespecialiseerde rechter, de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, maar de minister heeft al laten weten hij daar niet voor voelt.
Kortom: nog genoeg stof voor discussie. Het zal vermoedelijk nog geruime tijd duren voordat de eerste flexibele B.V. het licht ziet.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.