Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De ministerraad heeft onlangs ingestemd met een wetsvoorstel om buitenlandse studenten en asielzoekers ruimere mogelijkheden tot werken te bieden. Het besluit van de ministerraad volgt het advies van de SER en van de adviescommissie voor Vreemdelingenzaken.
Op grond van het nieuwe wetsvoorstel wordt de termijn voor het zoeken en vinden van een baan in Nederland voor buitenlandse afgestudeerden van buiten de Europese Unie verlengd van drie maanden naar één jaar. Wel moeten de afgestudeerden in deze periode zelf in hun onderhoud voorzien, want zij hebben gedurende dit jaar geen recht op een uitkering. Verder wordt ook het minimale startsalaris op jaarbasis dat deze buitenlandse studenten moeten verdienen om in Nederland te mogen verblijven verlaagd van € 34.130,- naar € 25.000,-.Het huidig beleid voor kennismigranten,zoals geformuleerd in de zogeheten Kennismigrantenregeling, zal dan worden gewijzigd. Deze regeling is in 2004 tot stand gekomen (en op 1 oktober 2004 van kracht geworden) en hield ook een versoepeling van het beleid in.
Met deze maatregelen hoopt het kabinet meer buitenlandse hoogopgeleiden te behouden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Tot op heden verliest Nederland veel hoogopgeleid buitenlands talent omdat het veel buitenlandse studenten niet lukt om binnen drie maanden een baan te vinden, en zeker niet één met een startsalaris van € 34.130,- .
Ook voor asielzoekers worden de mogelijkheden om te werken in Nederland verruimd. Het aantal weken dat asielzoekers per jaar mogen werken wordt verdubbeld van 12 naar 24 weken per jaar. Deze nieuwe grens is afgestemd op de ruimte die de WW en WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) bieden. Op grond van de WW en de WIA kunnen werknemers die maximaal 24 weken werken, geen beroep doen op een werkloosheidsuitkering of WIA- uitkering. Deze 24-weken grens geldt overigens niet voor artiesten, musici, filmmedewerkers en werknemers die deze groepen technisch ondersteunen. Zij mogen straks maximaal 14 weken per jaar werken. Voor deze groepen ontstaat namelijk eerder dan bij andere beroepen recht op WW.
Het wetsvoorstel sluit aan bij het voornemen van het kabinet om een nieuw modern immigratiebeleid op te zetten. Gelet op de globalisering, de vergrijzing, de steeds krapper wordende arbeidsmarkt en de toenemende kennismigratie van Nederlandse studenten kan Nederland het buitenlands talent zeker goed gebruiken.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.