Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Onze weblogs besteden met enige regelmaat aandacht aan het Nederlandse en Europese mededingingsrecht. Ditmaal maakt de blog een uitstapje naar Amerika om te bekijken hoe een overname in Amerika verloopt, zoals bij de op handen zijnde overname van DoubleClick door Google.
Google bracht medio april een bod van 2,3 miljard euro (3.1 billion USD) uit op DoubleClick. Meteen zorgde dit voor veel commotie omdat concurrenten van mening zijn dat Google hierdoor te veel macht zal krijgen. Google slaat namelijk de zoekgeschiedenis van internetgebruikers op, terwijl DoubleClick bekijkt welke websites gebruikers bezoeken. De concurrenten hebben zodra het bod was uitgebracht de autoriteiten verzocht om deze overname te onderzoeken.
In Amerika zijn twee autoriteiten belast met de handhaving van de wetgeving inzake mededinging. Een speciale eenheid van het Ministerie van Justitie (the Antitrust Division of the Ministery of Justice) en de “Bureau of Competition” van Federal Trade Commission (FTC). Het Ministerie van Justitie houdt zich vooral bezig met de strafrechtelijke kant als overtredingen zijn geconstateerd.
Het Amerikaanse recht inzake mededinging bestaat uit onder meer de Federal Trade Commission Act en de Clayton Act, die beiden al in 1914 door het Amerikaanse Congres zijn aangenomen (ter vergelijk: onze Mededingingswet dateert van 1997!). Deze Acts verbieden zowel fusies en overnames die de concurrentie belemmeren als andere praktijken zoals monopolistische gedragingen of kartelafspraken.
Deze Acts zijn vervolgens uitgebreid met bijvoorbeeld Hart-Scott-Rodino Anti-Trust Improvements Act 1976. In deze wet staat dat melding bij het Ministerie en de FTC van een op handen zijnde fusie noodzakelijk is als de fusie aan bepaalde criteria voldoet. Deze aanmelding verloopt via een formulier waarin om informatie wordt gevraagd. Daarna is er een wachtperiode van 30 dagen waarin de ondernemingen nog niet de fusie tot stand kunnen laten komen. Indien het Ministerie of de FTC menen dat verder onderzoek nodig is, dan kunnen zij om meer informatie verzoeken. Dit wordt een “second request” genoemd. De wachtperiode zal hierdoor worden verlengd totdat de betrokken partijen de informatie hebben verstrekt. De Nederlandse en Europese procedures kennen een vergelijkbare twee-fasen procedure.
De Amerikaanse autoriteiten onderzoeken vervolgens of er sprake is van kartelvorming die kan leiden tot overtreding van het Amerikaanse mededingingsrecht. Vooraf consulteren zij elkaar om af te stemmen wie het onderzoek zal leiden.
Vaak wordt er geen melding gemaakt van de fusies en overnames, terwijl deze acquisities wel de mededinging beperken. Of ondernemingen wachten niet de 30 dagen periode af en laten de fusie al doorgaan. Indien de FTC vervolgens constateert dat hierdoor het mededingingsrecht wordt overtreden, hebben zij de verschillende middelen om tot handhaving over te gaan. De FTC kan boetes opleggen, of de ondernemingen voor de burgerlijke rechter of hun eigen administratieve rechtsgang dagen.
Bronnen in de kranten vermelden dat de FTC bij Google reeds een tweede verzoek om informatie heeft ingediend, wat betekent dat er een vergaand onderzoek naar de fusie aanhangig is. De websites van Google en de FTC bevestigen dit echter niet. Toch heeft Google al laten weten dat zij ervan overtuigd is dat een diepgaand onderzoek met succes zal worden doorlopen. De acquisitie leidt volgens hen niet tot belemmering van de concurrentie, zodat de FTC haar goedkeuring kan verlenen. We zullen zien wat de uitkomst zal zijn.
Tot slot is deze overname interessant omdat ook belangenverenigingen voor internetprivacy verzoeken hebben ingediend om een onderzoek te starten. Zij stellen dat Google door deze overname meer informatie over internetgebruikers kan krijgen dan ieder ander bedrijf ter wereld. Zij maken zich zorgen als dit soort bedrijven de poortwachters voor gegevensverzameling en privacy worden. Maar dit soort privacy kwesties zijn in mededingingskwesties niet van belang. De FTC moet controleren of de fusie een belemmering van de concurrentie op de relevante markt oplevert, en niet of de fusie een inbreuk is op de privacy van een internetgebruiker. Alleen als de belemmering van de concurrentie directe invloed heeft op de persoonlijke privacy kunnen deze privacy kwesties een rol spelen.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.