Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In december 2006 berichtte het RTL Nieuws over incassobureaus die extreem hoge incassokosten in rekening brengen bij het innen van vorderingen. De kosten bleken nogal eens hoger dan het te innen bedrag. Naar aanleiding van dit nieuwsbericht heeft de vaste Kamercommissie voor Financiën aan de Minister van Financiën gevraagd of er behoefte bestaat aan uitbreiding of aanpassing van de bestaande regelgeving.In een brief aan de Tweede Kamer van 29 maart 2007 beantwoordde de Minister van Justitie, op verzoek van de Minister van Financiën, de door de Kamercommissie opgeworpen vragen.
Uit de brief blijkt onder meer dat de Minister navraag heeft gedaan bij de rechterlijke macht en de Consumentenbond om uit te vinden of daar ervaringen bestonden met hetgeen door RTL 4 werd bericht. Uit deze navraag bleek enerzijds dat mensen er steeds langer over doen om schulden terug te betalen maar anderzijds dat de druk op mensen om sneller te betalen wordt opgevoerd, onder andere door onredelijk hoge incassobedragen in het vooruitzicht te stellen in geval van niet-tijdige betaling. Consumenten bleken vaak niet te weten welke kosten ze wel en niet moeten betalen. Of dit betekent dat sommige mensen al over gaan tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten voordat deze verschuldigd zijn blijkt hier overigens niet uit.
Het is de bedoeling van de Minister om op korte termijn de hulp in te roepen van het bedrijfsleven om een eind te maken aan de bestaande situatie waarin sommige consumenten onredelijk hoge buitengerechtelijke incassokosten voor hun kiezen krijgen. Volgens de Minister is één van de oplossingen dat ondernemers in hun algemene voorwaarden een bepaald maximum bedrag vastleggen aan buitengerechtelijke kosten, indien zij genoodzaakt zijn een vordering via incasso te innen.
Daarnaast is volgens de Minister een verplichting om gebruik te maken van bonafide incassobureaus een goede oplossing om uitwassen buiten de deur te houden. Naar valt aan te nemen zijn dit de incassobureaus die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI). De NVI, naar eigen zeggen betrokken bij 70% van de via incassobureaus geïncasseerde vorderingen, heeft een eigen certificeringssysteem opgezet en kent een gedragscode die strikte voorschriften kent voor de begrenzing van, al of niet bedongen, buitengerechtelijke incassokosten.
Ook de zwarte lijst van onredelijk bezwarende bedingen, zoals gedefinieerd in artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek, zou volgens de Minister uitkomst kunnen bieden. Bedingen in algemene voorwaarden die onredelijk hoge incassotarieven inhouden zouden op de zwarte lijst kunnen worden geplaatst en daarmee vernietigbaar worden. Die vernietigbaarheid moet dan wel worden ingeroepen door de consument en de vraag is in hoeverre de consument van die mogelijkheid op de hoogte is.
Een laatste voornemen dat de Minister in zijn brief uitspreekt is de Staatssecretaris van Economische Zaken te vragen de kwestie onder de aandacht van de Consumentenautoriteit te brengen, direct na de inwerkingtreding van de wetgeving die is bedoeld ter implementatie van de Europese richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken.
Al met al mooie maar nog niet al te concrete voornemens van de Minister om de praktijk van onredelijk hoge incassokosten aan te pakken. De vraag is derhalve of de Tweede Kamer genoegen zal nemen met het antwoord van de Minister. In ieder geval is het feit dat de Minister nu onder ogen ziet dat maatregelen hard nodig zijn, een eerste stap op weg naar een oplossing van dit probleem.
Dennis Kulk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.