Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Recentelijk heeft de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) een rapport uitgebracht over de effecten van de Wet marktmisbruik (“de Wet”) zoals die op 1 oktober 2005 is ingevoerd in Nederland. Deze wet, die per 1 januari 2007 is opgenomen in de nieuwe Wet op het Financieel Toezicht, is voortgevloeid uit de Europese richtlijn Marktmisbruik en heeft tot doel de marktintegriteit en -transparantie te vergroten en de beurshandel zo eerlijk mogelijk te maken, dat wil zeggen een op alle fronten gelijk speelveld te creëren voor alle betrokken partijen.
Die marktintegriteit is van groot belang om het vertrouwen van beleggers in de markt op peil te houden en op die manier te voorkomen dat de activiteit op de kapitaalmarkt inzakt en daarmee de kosten voor aanvragers van kapitaal stijgen. Het creëren van gelijke kansen voor alle partijen door middel van een integere markt houdt onder andere in dat alle partijen dezelfde informatie gelijktijdig tot hun beschikking hebben en er geen misleidende informatie aan bepaalde partijen wordt verstrekt. Op die manier moet volgens het rapport worden gegarandeerd dat de prijs van een effect de reflectie is van de specifieke economische omstandigheden van het effect zoals dat tot uiting komt als resultaat van legitieme vraag en aanbod.
Om dit doel te bereiken is in de Wet het verbod op marktmanipulatie uitgebreid, in die zin dat het thans geldt voor alle partijen waar het voorheen slechts voor beleggingsinstellingen gold. Naast het (uitgebreide) verbod op marktmanipulatie is in de Wet ook het verbod van handel met voorwetenschap aangepast met name ten aanzien van de definitie van “insiders”.
Afgezien van deze twee verboden kent de Wet ook een aantal verplichtingen die het behalen van de gestelde doelen moeten vergemakkelijken, t.w. een verplichting tot onverwijlde openbaarmaking van koersgevoelige informatie, verplichtingen ten aanzien van het uitbrengen van beleggingsaanbevelingen en de verplichting voor beleggingsondernemingen om een redelijk vermoeden van marktmanipulatie of gebruik van voorwetenschap onverwijld aan de AFM te melden. Nogmaals, dit alles om de marktintegriteit te optimaliseren en zo het vertrouwen van de belegger, ofwel de kapitaalverstrekker, in de markt te optimaliseren en zo de kosten van kapitaal binnen de perken te houden.
Uit het persbericht van de AFM naar aanleiding van haar rapport komt naar voren dat schadelijke en opzettelijke vormen van marktmisbruik in Nederland relatief zeldzaam zijn. Er is sinds de invoering van de Wet weliswaar sprake van een verdubbeling van het aantal boetes en aangiftes op het gebied van marktmisbruik, maar dit is volgens de AFM te “wijten” aan een veel directere manier van controleren en de uitbreiding van de aan de AFM toegekende onderzoeksbevoegdheden.
Ook is de in de Wet ingevoerde meldingsplicht voor beleggingsondernemingen tot het melden van marktmanipulatie een belangrijke aanvulling gebleken op het door de AFM zelf uitgevoerde toezicht, gezien de uit deze verplichting voortvloeiende meldingen.
Het persbericht van de AFM wijst verder nog op de preventieve werking van de verplichting tot publicatie van koersgevoelige informatie en melding van kapitaalbelangen en zeggenschap. Die verplichting blijkt goed nageleefd te worden en tot weinig sancties te leiden, afgezien van een sporadisch “normoverdragend gesprek”. Dat de verplichting zijn uitwerking niet heeft gemist blijkt onder andere uit het gestegen aantal publicaties van koersgevoelige informatie na de inwerkingtreding van de Wet.
Al met al lijkt de AFM terecht tevreden met de tot nu toe behaalde resultaten naar aanleiding van de invoering van de Wet Marktmisbruik, die zijn nut vooralsnog lijkt te hebben bewezen.
Verder lezen voor de precieze getallen? Voor het persbericht en het rapport zie deze link.
Dennis Kulk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.