Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Bij de verlening van de garagevergunning voor de parkeergarage van het ziekenhuis het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam had nagegaan moeten worden welke gevolgen de komst van de garage zou hebben voor de luchtkwaliteit. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gaf dit oordeel in haar uitspraak van 28 februari jl. (Zaaknr. 200602955/1, LJN AZ9485)
Volgens de toepasselijke Garageverordening kan een garagevergunning worden geweigerd, indien kort gezegd de verkeersveiligheid in het geding is, er een ongewenste verkeersaantrekkende werking ontstaat, hinder aan het openbaar vervoer ontstaat, de evenwichtige verdeling van de parkeergelegenheid belemmerd wordt of de benodigde milieuvergunning ontbreekt. Daarnaast dient de vergunning te worden geweigerd ingeval van strijd met andere wettelijke regelingen.
Volgens de Afdeling is het Besluit luchtkwaliteit 2005 een dergelijke wettelijke regeling. Dit Besluit schrijft voor dat bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit de in dit Besluit genoemde grenswaarden in acht dienen te nemen. Het verlenen van een garagevergunning is volgens de Afdeling een dergelijke bevoegdheid, omdat daardoor immers de garage in gebruik kan worden genomen en het is niet onaannemelijk dat hierdoor een toename van het autoverkeer ontstaat.
Het argument dat de luchtkwaliteit reeds was getoetst in het kader van de milieuvergunning mocht niet baten, aangezien het Besluit (ook) direct van toepassing is op de garagevergunning en omdat het Besluit uitgaat van strengere normen met betrekking tot de luchtkwaliteit dan de toepasselijke regelgeving die gold in 1999 (het jaar dat de milieuvergunning werd verleend).
De garagevergunning is voorlopig in stand gebleven, maar de bezwaren van de omwonenden met betrekking tot de gevolgen voor de luchtkwaliteit zullen opnieuw moeten worden bekeken.
Overigens wordt het Besluit luchtkwaliteit 2005 vervangen door de nieuwe Wet Luchtkwaliteit die, na goedkeuring door de Eerste Kamer, naar verwachting in het najaar van 2007 in werking zal treden (zie bijdrage 10 november 2006)
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.