Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Bosch heeft in een onlangs gepubliceerde uitspraak van 5 maart 2007 bepaald dat in een geval van overgang van onderneming, het overnemende bedrijf niet exact dezelfde arbeidsvoorwaarden hoeft te bieden aan de over te nemen werknemers als de oorspronkelijke werkgever.
Bij ING zijn ruim 700 werknemers werkzaam bij een onderdeel geheten DockING. ING heeft besloten dit onderdeel te verkopen aan het bedrijf Astron, waar de werknemers per 1 april 2007 in dienst zullen treden. ING heeft afspraken gemaakt met de vakbonden over de personele gevolgen van de overgang van onderneming en de arbeidsvoorwaarden.
211 werknemers menen evenwel dat hun arbeidsvoorwaarden als gevolg van de overgang verslechteren. Zo zouden de ING winstdelingsregeling en de optieregeling verdwijnen, de pensioenregeling kariger worden en zouden de werknemers geen gebruik meer kunnen maken van korting op verzekerings- en bankproducten van ING, terwijl, zo vinden zij, op grond van de wet de arbeidsvoorwaarden van rechtswege overgaan op Astron – en dus ook de kortingen op de “bankproducten”. De werknemers spannen daarom gezamenlijk een kort geding aan waarin zij vorderen dat ze na de overname precies dezelfde arbeidsvoorwaarden behouden als bij ING.
De voorzieningenrechter kan zich echter niet vinden in het standpunt van de werknemers dat de arbeidsvoorwaarden exact dienen over te gaan. De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat een zo strikte toepassing van die regel niet kan worden aanvaard. Zo kan met name de aard van de beide betrokken ondernemingen, of liever het verschil daartussen, zich tegen een dergelijke overgang van arbeidsvoorwaarden verzetten. Het gaat daarom te ver, aldus de rechter, dat de arbeidsvoorwaarden volstrekt ongewijzigd zouden moeten overgaan op Astron.
De voorzieningenrechter overweegt dat ING als bankbedrijf haar werknemers bepaalde voordelen kan verstrekken (zoals korting op hypotheekrente) die een niet bankbedrijf, zoals Astron, niet kan bieden. De vraag welke arbeidsvoorwaarden dan wél overgenomen dienen te worden door Astron wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid, met andere woorden wat redelijkerwijs van Astron kan worden gevergd.
Is er dan geen hoop voor de 211 ING werknemers? Jawel: de rechter geeft aan dat Astron zich grote inspanningen zal moeten getroosten en dat niet gauw zal worden aangenomen dat de redelijkheid zich tegen een bepaalde inspanning zijdens Astron verzet. Het is dan ook niet ondenkbaar dat Astron bepaalde ING arbeidsvoorwaarden uiteindelijk toch zal moeten overnemen. In dit kort geding is zij daar echter (nog?) niet toe veroordeeld.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.