Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Is het toegestaan om stiekem een geluidsband mee te laten lopen tijdens een telefoongesprek van een werknemer, en de aldus verkregen informatie te gebruiken om hem te ontslaan? Ik bespreek voor de beantwoording van deze vraag een recente uitspraak van de kantonrechter Breda.
In deze zaak vroeg een werkgever om een ontbinding van een arbeidsovereenkomst. Hij stelde dat de werknemer enkele collega's had bedreigd. De werknemer betwistte dat. Om zijn stellingen te bewijzen wilde de werkgever een bandopname van een telefoongesprek met de betreffende collega laten horen. De werknemer maakte hier bezwaar tegen; hij stelde dat sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs. Naar de mening van de werknemer was zijn persoonlijke levenssfeer geschonden, omdat de werkgever bij aanvang van het telefoongesprek niet had medegedeeld dat het desbetreffende gesprek werd opgenomen. Dit zou dan een schending zijn van artikel 8 EVRM.
De kantonrechter maakte hiermee korte metten en oordeelde dat het laten horen van de in het geheim gemaakte geluidsopname geen schending was van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer en dat derhalve geen sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs. De geluidsopname mocht dan ook worden gebruikt als bewijs. De kantonrechter kwam tot dit oordeel nu het bewuste gesprek betrekking had op betaling van loon, en derhalve een zakelijk karakter had, zodat het belang van de waarheidsvinding zwaarder weegt dan het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De kantonrechter stelde vast dat de werknemer zich inderdaad bedreigend had opgesteld en zag daarop aanleiding om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De werknemer kreeg daarbij geen vergoeding.
De norm die de kantonrechter aanlegt – het gesprek had een zakelijk karakter en mocht daarom worden opgenomen – is overigens niet de “normale” norm voor het meeluisteren met gesprekken. Voor het meeluisteren met gesprekken, maken van video-opnames enzovoorts gelden regels die er in het kort op neerkomen dat personeel – inderdaad – geïnformeerd moet zijn voordat video- of geluidsopnames worden gemaakt, tenzij sprake is van een concrete en gerichte verdenking. In de praktijk zal een rechter (zeker in een ontbindingsprocedure) geneigd zijn verkregen bewijs hoe dan ook mee te nemen, maar daarbuiten kan het onrechtmatig verzamelen van informatie wel degelijk voor problemen zorgen.
Michel Visser is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.