Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Onlangs hebben de accountantsorganisaties Nivra en Novaa de accountantsverklaring die bij de jaarrekening gevoegd moet worden aangepast. Dit is gedaan aan de hand van internationale ontwikkelingen en in overleg met het Ministerie van Financiën, de AFM, VNO-NCW en De Nederlandsche Bank. De nieuwe tekst van de accountantsverklaring moet door alle accountants worden gebruikt bij verklaringen die worden afgegeven op of na 31 december 2006, en zowel bij wettelijke controles als bij vrijwillige controles.
Op grond van de nieuwe accountantsverklaring moet de accountant meer informatie verschaffen teneinde de transparantie te vergroten. Ook dienen uit de verklaring duidelijker de verantwoordelijkheden en werkzaamheden van de accountant en de onderneming te blijken.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
– verplichte adressering aan de opdrachtgever;– de verantwoordelijkheden van het management en van de accountant zullen uitdrukkelijker aan de orde komen: de bestuurder is verantwoordelijk voor het benodigde interne beheerssysteem, zoals het kiezen van grondslagen voor de financiële verslaggeving en het maken van redelijke schattingen onder de gegeven omstandigheden. De accountant beoordeelt alleen de interne beheersing voor zover relevant voor het vormen van een oordeel over de getrouwheid van het vermogen en resultaat in de jaarrekening.– een verwijzing naar het Nederlands recht;– een onderscheid tussen de opinie over de getrouwheid van het vermogen en resultaat enerzijds en de opinie over andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties anderzijds (de achtergrond hiervan is dat de reikwijdte van de uitspraak en de diepgang van de uitgevoerde werkzaamheden om te komen tot een uitspraak over de consistentie van jaarverslag en jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 van Boek 2 BW anders is dan de reikwijdte en diepgang van de werkzaamheden onder het kopje “getrouwheid van vermogen en resultaat”).
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.