Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
De International Accounting Standards Board (IASB) en de Amerikaanse regelgever FASB (Financial Accounting Standards Board) hebben in een “memorandum of understanding” vastgelegd dat op lange termijn de verschillen tussen IFRS en de Amerikaanse boekhoudregels (US Gaap) dienen te verdwijnen, wat uiteindelijk moet leiden tot acceptatie van IFRS op de Amerikaanse beurzen.
Op zich is dit een goede ontwikkeling vindt professor R.L. ter Hoeven in het FD van 4 januari jl. Alléén zullen de Amerikanen voorop lopen waardoor vaak de Amerikaanse regels als ijkpunt zullen fungeren. Waarschijnlijk zullen deze regels vervolgens gevolgd worden om tot harmonisatie te komen.
Nu ook andere machtsblokken (zoals de EU) de IFRS regels hebben ingevoerd, meent professor Ter Hoeven dat het volgen van de Amerikaanse regels niet langer een haalbare kaart is. Zij hebben immers minstens zoveel belang bij samenwerking met IASB om “samen” standaarden te ontwikkelen.
Zo meent de Europese Unie ook dat zij meer recht hebben op inspraak binnen de IASB. Echter de invloed van de EU is niet geformaliseerd in een samenwerkingsverband. De Europese Unie heeft wel één belangrijke troef in handen: elke IFRS-standaard moet eerst worden goedgekeurd voordat deze in Europa mag worden toegepast. Twee keer eerder heeft de IASB haar regels aangepast of ingetrokken om daarmee afkeuring van de EU te voorkomen.
Een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat deze werkwijze op termijn leidt tot een Europese variant van IFRS en dan zullen bedrijven die zowel in Europa als in VS genoteerde ondernemingen geconfronteerd worden met twee versies boekhoudstandaarden.
Wat zou nu een oplossing kunnen zijn? – merkt professor Ter Hoeven terecht op. Hij meent dat de partijen de strijd moeten aangaan in een geschiktere arena, namelijk in die van de IASB zelf. Dit betekent dat er terug naar het oude IASC-model moet worden gegaan. In dit model konden de diverse partijen en regio's in de wereld op basis van consensus of gekwalificeerde meerderheid tot afspraken proberen te komen die een wereldwijd draagvlak hadden. De standaarden zullen dan meer op principes worden gebaseerd dan op regels, maar professor Ter Hoeven voorziet dat ook deze ontwikkeling door vele partijen met instemming zal worden ontvangen.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.