Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De Hema had voor de periode van 1 t/m 3 en 8 t/m 10 december 2006 zogeheten dumpdagen georganiseerd in de Americahallen in Apeldoorn waarbij duizenden artikelen tegen dumpprijzen zouden worden verkocht.
De gemeente Apeldoorn zat hier echter niet op te wachten. Zij is van oordeel dat de dumpdagen zijn aan te merken als detailhandelsactiviteit, en detailhandelsactiviteiten mogen op basis van het vigerende bestemmingsplan niet in de betreffende hallen worden uitgevoerd. Het relaas van de Hema dat sprake is van een evenement dan wel een markt mocht niet baten. De gemeente heeft daarom de Hema een dwangsom opgelegd van € 100.000,- per dumpdag.
De Hema liet het echter niet bij zitten en verzocht de Voorzieningenrechter te Zutphen de dwangsommen te schorsen. Met de uitspraak van 30 november 2006 wees de rechtbank Zutphen echter het verzoek van de Hema af. Zij overwoog daartoe dat de magazijnverkoop inderdaad is aan te merken als detailhandel en ondanks de feestelijke entourage geen evenement betreft. Ook zijn de dumpdagen niet aan te merken als markt of beurs, omdat er dan meerdere aanbieders moeten zijn. Nu detailhandelactiviteiten niet zijn toegestaan in de hallen volgens het bestemmingsplan was de gemeente bevoegd om handhavend op te treden. De rechtbank overwoog voorts dat de dwangsommen niet onevenredig hoog zijn vastgesteld, gelet op het grootschalig karakter van de dumpdagen.
Maar de Hema gaf niet op: in de Americahallen zou nu een kersmarkt gehouden worden alwaar de artikelen ook verkocht konden worden. Er waren dan meerdere aanbieders en dus was sprake van de markt. Ook voor dit plan stak de gemeente een stokje: zij legde de eigenaar van de Americahallen een dwangsom op van € 100.000,- per dag. De gemeente overwoog dat nu sprake was van geclusterde detailhandelsactiviteiten. De kerstmarkt heeft, ondanks het verbod, gewoon plaatsgevonden. Tussen het winkelend publiek bevonden zich inspecteurs van de gemeente om de markt te inspecteren of spullen van de Hema verkocht werden. Niettemin was de markt een groot succes: er kwamen maar liefst 25.000 bezoekers naar de “kerstmarkt”. De gemeente heeft, nog niet met de kerstgedachte in het hoofd, op 4 december ( zie onder andere artikelen in Algemeen Dagblad en Reformatorisch Dagblad) aangegeven de dwangsommen te gaan innen en geld te willen van de Hema en de Americahallen voor de gehouden kerstmarkt. De gemeente wil van ieder bedrijf € 200.000,- ontvangen. De zaak krijgt dus nog een staartje. De tweede kersmarkt, die was gepland voor 8 tot en met 10 december heeft geen doorgang gevonden.
De Hema heeft, waarschijnlijk met de buik vol van Apeldoorn, eieren voor haar geld gekozen en heeft, blijkens een artikel in de Stentor, nu besloten de overige dumpdagen in de Zwolse IJsselhallen te houden.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.