Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 24 november jl. heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een persbericht bekend gemaakt dat het vanaf diezelfde dag niet meer mogelijk is om eigenrisicodrager te worden voor de WAO.
Dat houdt in dat nieuwe aanvragen van grote werkgevers (voor kleine werkgevers is het al vanaf 2004 niet meer mogelijk om eigenrisicodrager te worden) vanaf 24 november 2006 worden afgewezen. Zij kunnen met andere woorden er niet meer voor kiezen zelf de nu lopende WAO uitkeringen van hun personeel te dagen. Nieuwe WAO uitkeringen komen er als gevolg van de invoering van de wet WIA niet meer bij. Voor werkgevers die voor 24 november 2006 al eigenrisicodrager waren verandert er niets.
De afschaffing van de mogelijkheid om het eigen risico voor de WAO-lasten zelf te dragen hangt samen met de afschaffing van de gedifferentieerde premie WAO. Zoals vermeld in onze weblog van 2 november jl. zal de gedifferentieerde premie WAO worden afgeschaft per 1 januari 2008. Vanaf deze datum betalen alle werkgevers een uniforme premie voor de WAO.
Onder de nieuwe wet, de WIA is het wel weer mogelijk om eigenrisicodrager te worden, zij het (vooralsnog) uitsluitend voor de WGA, en niet voor de IVA. Grote werkgevers konden vanaf dit jaar al eigenrisicodrager worden voor de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Kleine werkgevers konden dit jaar alleen eigenrisicodrager worden wanneer zij dat onder de WAO ook al waren. Voor de kleine werkgevers die nog geen eigenrisicodrager waren onder de WAO is het vanaf volgend jaar (2007) mogelijk om eigenrisicodrager te worden voor de WGA .
Daarbij dient er wel rekening mee gehouden te worden dat wanneer een werkgever eigenrisicodrager wordt, hij vanaf 2007 de WGA-lasten draagt van zijn werknemers voor een periode van 10 jaar. Dat is derhalve dubbel zo lang als onder de WAO, waar de werkgever maximaal 5 jaar de lasten draagt van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Uiteraard hoeft geen gedifferentieerde premie WGA hoeft te worden betaald.
Verder wordt het voor eigenrisicodragers mogelijk om een deel van de WGA lasten te verhalen op de werknemers. De lasten die verhaald kunnen worden zijn de kosten van de WGA-uitkeringen gedeeld door de loonsom. Dit bedrag wordt berekend op basis van een schatting van te verwachte lasten of op basis van gerealiseerde lasten. Maximaal de helft van de lasten van de WGA mag worden verhaald op de werknemers.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.