Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Blijkens een persbericht van Sociale Zaken van 1 december jl. is het kabinet voornemens om per 1 januari 2007 de grenzen open te stellen voor werknemers uit in 2004 toegetreden acht Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen). Het gaat om werknemers uit Polen, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
Momenteel is voor het in dienst nemen van werknemers uit de MOE-landen een tewerkstellingsvergunning vereist omdat Nederland bij de toetreding van deze landen een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers. De regering is indertijd met dit voorbehoud tegemoet gekomen aan de bezwaren van veel Nederlandse werknemers. De vrees bestond dat de betreffende werknemers oneerlijke concurrentie zouden vormen voor Nederlandse werknemers omdat zij bereid zijn langere werkdagen te maken tegen een veel lager loon dan Nederlandse werknemers.
Inmiddels zijn volgens het kabinet voldoende maatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers uit MOE-landen oneerlijk concurreren met Nederlandse werknemers. Zo zijn werkgevers gehouden het minimumloon te betalen en is de Arbeidsinspectie per 1 januari 2007 bevoegd om werkgevers een boete op te leggen wanneer werkgevers minder betalen dan het minimumloon (zie ook onze weblog hierover van september jl). Daarnaast zijn werkgevers verplicht om voor gelijk werk gelijk loon te betalen en vallen de werknemers uit de MOE-landen onder de in Nederland algemeen verbindend verklaarde CAO's. Daarnaast zal het kabinet maatregelen nemen op het gebied van volwaardige en veilige huisvestiging.
Het kabinet is van oordeel dat vrij verkeer van werknemers uit MOE-landen is gewenst omdat het vreest dat het dichthouden van de grenzen een rem zet op de economische groei en de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Daarvoor verwijst het kabinet naar recente cijfers van het Centraal Bureau van Statistiek: het aantal vacatures is de laatste maanden veel sneller gestegen dan het aantal mensen dan deze banen zouden kunnen vervullen. Het is daarom, volgens het kabinet, voor werkgevers steeds moeilijk om personeel te vinden voor bepaalde vacatures. Daarnaast zullen de administratieve lasten voor werkgevers dalen.
Het kabinet komt hiermee haar deel van de afspraak na dat alle EU-landen uiterlijk per 1 mei 2011 vrij verkeer van werknemers tussen de lidstaten hebben geregeld.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.