Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in zijn brief van 20 oktober jl. aan de Tweede Kamer bekendgemaakt dat Pemba (de gedifferentieerde premie WAO) zal worden afgeschaft per 1 januari 2008.
Najaarsakkoord 2004De minister komt hiermee de gemaakte afspraken na zoals vastgelegd in het Najaarsakkoord 2004. Voorwaarden voor het afschaffen van Pemba waren dat de instroom in de IVA (het gedeelte van de WIA voor volledig en duurzame arbeidsongeschikten) beperkt zou blijven tot maximaal 25.000 personen op 12maandsbasis en dat werkgevers- en werkenemersorganisaties die zijn aangesloten bij de Stichting van de Arbeid in voldoende mate (bij CAO) afspraken hebben gemaakt over de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Aan beide voorwaarden is volgens de minister voldaan.
GevolgenHet gevolg hiervan is dat alle werkgevers (met uitzondering voor eigenrisicodragers) vanaf 2008 een uniforme premie betalen. Zowel de individuele premiedifferentiatie voor grote werkgevers als de branchegewijze premiedifferentiatie voor kleine werkgevers worden afgeschaft. Werden vroeger de arbeidsongeschiktheidslasten of individueel berekend (bij grote werkgevers) of per branche (kleine werkgevers vanaf 2004) om werkgevers te stimuleren om hun werknemers uit de WIA (voorheen WAO) te houden dan wel te reïntegreren, nu worden alle arbeidsongeschiktheidslasten uitgesmeerd over alle werkgevers gezamenlijk.Dit kan, al naar gelang de situatie van de werkgever, positief of negatief uitvallen.Een grote werkgever met hoge toerekenbare arbeidsongeschiktheidslasten zal waarschijnlijk een lagere premie gaan betalen, terwijl een grote werkgever met weinig tot geen arbeidsongeschiktheidslasten meer premie zal gaan betalen. Dit geldt eveneens voor de kleine werkgevers: een kleine werkgever in een branche met weinig tot geen arbeidsongeschiktheidslasten zal naar verwachting meer premie gaan betalen, terwijl een kleine werkgever in een branche met zeer hoge arbeidsongeschiktheidslasten minder premie zal gaan betalen.In het recente verleden is afschaffing van de gedifferentieerde premie voor kleine werkgevers in ieder geval niet erg positief ontvangen. In 2003 werd voor kleine werkgevers de toen nog individueel berekende gedifferentieerde premie afgeschaft, hetgeen tot een ongekend grote stroom van procedures leidde (deze procedures zijn mede dankzij een veegwet van het ministerie van Sociale Zaken destijds door UWV gewonnen). In 2004 is daarop de branchegewijze premiedifferentiatie voor kleine werkgevers ingevoerd, waar overigens in 2005 ook massaal over is geprocedeerd. In deze procedure is de berekeningswijze van de branchewijze premiedifferentiatie aan de kaak gesteld door met name werkgevers aangesloten bij MKB Nederland. Bij de rechtbank Breda hebben de werkgevers destijds gelijk gekregen. De zaak ligt nu bij de Centrale Raad van Beroep.
Een ding is in ieder geval duidelijk: wil de Minister voorkomen dat in 2008 wederom massaal zal worden geprocedeerd tegen de Pembabesluiten, dan zal hij ditmaal een duidelijk wettelijk kader moeten formuleren.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.