Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het kabinet streeft ernaar om per 1 januari 2007 vrij verkeer van werknemers voor werknemers uit de “nieuwe” EU-landen (Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenie, Slowakije en Tsjechië) in te voeren. Dit zal stapsgewijs gebeuren via sectorale vrijstellingen van de arbeidsmarkttoets. Die arbeidsmarkttoets houdt in dat het CWI bij het besluit omtrent de verlening van de tewerkstellingsvergun-ning toetst of in Nederland een kandidaat voor de vacature te vinden is. Op 1 juni 2006 zijn de agrarische sector, de binnenscheepvaart, slachterijen, visfileerbedrij-ven en de kleinmetaalsector en het verrichten van wetenschappelijke onderzoek al vrijgesteld. Volgens het kabinet worden er in andere sectoren steeds meer tewerk-stellingsvergunningen verleend, omdat een deel van de vacatures niet vervuld kan worden met Nederlands arbeidsaanbod en wordt het tijd om alle sectoren vrij te stellen. Zie hiervoor de brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer van 10 oktober 2006
Behalve de versoepeling ten aanzien van werknemers uit “nieuwe” EU landen, heeft het kabinet besloten om buitenlandse artsen, die een opleiding volgen tot specialist toe te laten tot de zogenaamde Kennismigrantenregeling. Voor deze hoogopgeleide vreemdelingen is een snelle procedure bij de Immigratie en Natura-lisatiedienst. Zij kunnen hiermee vijf jaar in Nederland werken en werkgevers hoeven geen tewerkstellingsvergunning voor hen aan te vragen. Ook voor niet Europese studenten die aan een Nederlandse onderwijsinstelling studeren wordt een uitzondering gemaakt. Zij mogen zonder tewerkstellingsvergunning hun voor de studie verplichte stage doorlopen.
Werkgevers (en dat bent u volgens het ministerie ook als u werk laat uitvoeren door een onderaannemer zoals in de bouw regelmatig gebeurt) dienen wel te bedenken dat ze ervoor moeten zorgen dat de huisvesting van de werknemers uit de nieuwe EU landen in orde is. Voorts moeten ze de werknemers hetzelfde loon betalen als Nederlandse werknemers. Dit is het CAO-loon of het markconforme loon. Wanneer de werknemer maar een paar dagen in dienst is, moet hij in ieder geval een inkomen ontvangen dat gelijk is aan het wettelijke minimumloon voor de gehele maand. Voor bepaalde groepen als studenten en artiesten is hiervoor weer een uitzondering gemaakt.Omdat de wet- en regelgeving op dit gebied zo snel wijzigt, adviseren wij werkge-vers zich goed te laten informeren door het CWI over de noodzaak van het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning. Werkgevers kunnen achteraf voor verrassingen komen te staan in de vorm van een forse boete (€ 8000,- per illegale werknemer en € 4000,- als de werkgever een natuurlijk persoon is) als blijkt dat voor de werknemer toch een tewerkstellingsvergunning had moeten worden aangevraagd. Zorg er als werkgever dan ook in elk geval voor dat aan de verplich-ting een geldig, origineel identiteitsbewijs van de werknemer te vragen en een kopie daarvan te bewaren, is voldaan.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.