Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Arbo-dienstverlener ArboNed wil – in samenwerking met het reïntegratiebedrijf Fourstar – zieke werknemers die vanwege arbeidsongeschiktheid geen toekomst meer hebben bij hun werkgever een jaarcontract aanbieden bij Fourstar. Het gaat om werknemers die naar verwachting langdurig arbeidsongeschikt zullen zijn, daardoor niet in het eigen werk kunnen terugkeren en waarvoor de werkgever bovendien geen passende alternatieve functie heeft. De werkgever is in die situatie (wettelijk) verplicht om een werknemer bij een derde te reïntegreren.
Bij de constructie die ArboNed bedacht heeft moet de werknemer vrijwillig de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beeindigen om de overstap naar Fourstar te kunnen maken. Vervolgens treedt de werknemer daar voor de duur van een jaar in dienst. In dat jaar wordt de zieke werknemer herschoold en begeleid naar ander werk. De werkgever betaalt het salaris van de werknemer voor dit jaar aan Fourstar. Zo wil ArboNed een oplossing bieden voor de beperkte reïntegratiemogelijkheden die met name worden ervaren door kleine en middelgrote werkgevers waar minder (verschillende) functies bestaan. Arboned lijkt er op de eigen website zeker van binnen een jaar passend werk voor de betrokken werknemers te kunnen vinden.
Volgens ArboNed biedt de indiensttreding bij Fourstar alle partijen voordelen. De werkgever geeft invulling aan goed werkgeverschap en bespaart op verzuimkosten. De werknemer krijgt alle hulp bij het vinden van meer arbeidsperspectief en voorkomt daarmee werkloosheid en alle gevolgen die dat met zich meebrengt.
Waarom de activiteiten van Fourstar niet succesvol kunnen zijn onder handhaving van het oorspronkelijke arbeidscontract blijft evenwel onderbelicht. De bedachte constructie lijkt namelijk ook nadelen / risico’s met zich mee te brengen. Wat immers wanneer er na een jaar géén passende werkplek is gevonden voor de betreffende, al dan niet nog arbeidsongeschikte, werknemer? Hij wordt dan werkloos. Door vrijwillig op te zeggen bij zijn oorspronkelijke werkgever verspeelde hij zijn ancienniteit (en daarmee in feite zijn eventuele recht op een beëindigingsvergoeding). Bovendien is niet duidelijk of hij dan recht heeft op een WW- of ZW-uitkering. Het vrijwillig beeindigen van de eerdere arbeidsovereenkomst met zijn oorspronkelijke werkgever zou als een benadelingshandeling cq verwijtbare werkloosheid kunnen worden aangemerkt.
Kortom: de outplacement naar het reïntegratiebureau lijkt een mooie mogelijkheid om succesvol buiten de huidige werkplek gereïntegreerd te worden; maar mocht de reïntegratie echter geen succes worden, dan loopt de betreffende werknemer risico’s met betrekking tot ondermeer het recht op de sociale uitkeringen.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.