Praktijkgebieden:
“Life, liberty and the pursuit of happiness”, daar was het de Amerikanen blijkens de Onafhankelijkheidsverklaring allemaal om te doen. Weinigen weten dat deze kreet sterk was geënt op de uitspraak van de (rechts-)filosoof John Locke, die van mening was dat de overheid “life, liberty and property” moest garanderen. Ondanks het feit dat dit laatste door de Amerikanen dus is vervangen door “the pursuit of happiness” staat (de bescherming van) eigendom in Amerika in hoog aanzien. Toch kan ook in Amerika worden onteigend.
Vaak kan de overheid bij ruimtelijke ontwikkelingen niet zelfstandig opereren. Voor de daadwerkelijke realisatie is dan de medewerking van de grondeigenaren nodig. Ingeval die grondeigenaren niet bereid zijn vrijwillig hun grond te verkopen, kan de overheid in voorkomende gevallen overgaan tot onteigening. Ook in de Verenigde Staten hebben (lokale) overheden dat instrument tot hun beschikking.
In de VS komt in het kader van het onteigeningvraagstuk een groot gewicht tot aan het aspect van “public purpose”, oftewel een “publiek doel”, of algemeen belang.*) Onteigening kan door de beugel ingeval daarmee een “publiek doel” wordt nagestreefd. Wat zo’n publiek doel is, is niet altijd even duidelijk.
In de recente Supreme Court zaak Kelo vs. City of New London (CT) (2005) lag de vraag voor of een gemeentelijke overheid particuliere eigendommen kon onteigenen om die vervolgens door een projectontwikkelaar te laten ontwikkelen. De gemeente had voor een achterstandswijk een herontwikkelingsplan opgesteld om de economie nieuw leven in te blazen. In dat plan waren commerciële, woon- envrijetijdsdoeleinden ondergebracht. Onderdeel van het plan was dat alle grond in het ontwikkelingsgebied aan een projectontwikkelaar zou worden overgedragen. Een aantal huiseigenaren was evenwel niet bereid aan deze overdracht mee te werken. De gemeente stuurde vervolgens aan op onteigening.
Een nipte meerderheid van het Supreme Court (vijf van de negen rechters) vond dat omdat de uitvoering van het plan een publiek doel beantwoordde (namelijk het verbeteren van het economische klimaat in een achterstandswijk), de gemeente inderdaad bevoegd was te onteigenen.
Deze uitspraak van het Supreme Court heeft tot veel ophef geleid in de VS. Vanwege deze uitleg van “public purpose” zijn vooral de armere Amerikanen hun eigendommen niet zeker. Gevreesd wordt dat hun belangen veelal moeten wijken voor de grote, financiële belangen van projectontwikkelaars.
*) In Nederland speelt bij beantwoording van de vraag of daadwerkelijk tot onteigening kan worden overgegaan het aspect van “zelfrealisatie” een grote rol; indien een particulier zelf de gewenste bestemming kan verwezenlijken, heeft de overheid geen redelijk belang bij onteigening.
Onze advocate Marjolein Dieperink woont en werkt momenteel een half jaar in New York. Gedurende dat half jaar zal zij zich verdiepen in het Amerikaanse recht en ons regelmatig op de hoogte houden van haar bevindingen.
Marjolein Dieperink is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.