Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De positie van de statutair directeur is anders dan die van de “gewone” werknemer. Een in het oog lopend verschil op arbeidsrechtelijk gebied is dat voor het ontslag van een statutair directeur geen ontslagvergunning nodig is. Het is echter niet zo dat het ontslag van een statutair directeur daarom eenvoudig is, zoals blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad.
In die zaak had een directeur van een B.V. de arbeidsovereenkomst met een andere directeur opgezegd. Die andere directeur vocht dat ontslag aan, en met succes. De rechter constateerde namelijk twee manco's aan de opzegging: deze was onvolledig, en bovendien niet gedaan door het juiste orgaan. De twee geconstateerde manco's houden overigens wel verband met elkaar.
De opzegging was onvolledig omdat daarmee (kennelijk) alleen de arbeidsrechtelijke relatie (de arbeidsovereenkomst) werd opgezegd en niet tevens de vennootschapsrechtelijke (de positie van statutair bestuurder). Dat kon niet, oordeelde de rechter, omdat die twee relaties ondeelbaar zijn en de één in principe niet kan bestaan zonder de ander. De opzegging was verder door het foute orgaan gedaan, omdat alleen de algemene vergadering van aandeelhouders een arbeidsovereenkomst met een directeur kan opzeggen; een (andere) directeur kan dat dus niet. De B.V. had nog geprobeerd dit laatste manco te repareren door (maanden) later de vergadering van aandeelhouders te laten vaststellen dat het ontslagbesluit juist was. Dat was onvoldoende, oordeelde de rechter; de vergadering had een (nieuw) ontslagbesluit moeten nemen, en dat had zij niet gedaan.
De overweging dat de arbeidsrechtelijke en vennootschapsrechtelijke positie van een directeur ondeelbaar is, is overigens niet om te draaien. (Alleen) arbeidsrechtelijk ontslag levert geen ontslag als directeur op, maar een correct gegeven ontslag als directeur hoeft niet altijd te betekenen dat het arbeidsrechtelijke verband ook eindigt. Het is dus mogelijk dat een directeur als directeur wordt ontslagen, maar (zonder dat de vennootschap dat voor ogen stond) wel als werknemer aan de vennootschap verbonden blijft, en dus aanspraak op salaris behoudt.
Al met al voldoende redenen om het ontslag van een directeur goed voor te bereiden. De beslissing is er in de regel ook ingrijpend genoeg voor.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.