Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Waarom een nieuwe rechtspersoon in het leven roepen? Ons rechtsbestel kent immers al de Stichting en de Vereniging, en ook de B.V/N.V. laat zich gebruiken voor het dienen van het publieke belang.
Toch acht de werkgroep “Rechtsvorm Maatschappelijk Ondernemen” de tijd rijp voor een nieuwe rechtspersoon. Zij heeft onderzoek gedaan naar een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk, die één of meer ondernemingen in stand houdt en volgens de statuten zich specifiek en uitsluitend in dienst stelt van de betrokken publieke belangen. Deze belangen liggen onder meer in de zorg, het onderwijs en de woningbouw.
De achtergrond voor het onderzoek is de voortschrijdende professionalisering van het management en bestuur van semi-publieke instellingen. Bescheiden vrijwilligersorganisaties zijn veranderd in grote ondernemingen waarin veel geld omgaat. Bovendien worden aan de organisatie en de dienstverlening van deze ondernemingen hoge eisen gesteld. Het rechtpersonenrecht heeft hier echter nooit op ingesprongen. Immers: de B.V./N.V zijn vooral dienstbaar aan het belang van de kapitaalverschaffers, de Vereniging aan die van haar leden en de Stichting is vooral op haar eigen doelstelling gericht waardoor belanghebbenden alleen invloed kunnen uitoefenen als de statuten daarin voorzien of de specifieke wettelijke bepalingen de instelling daartoe verplichten.
Een randvoorwaarde voor de nieuwe rechtspersoon is wel dat deze semi-publieke instellingen in het openbaar verantwoording blijven afleggen voor de diensten die zij verlenen. Een bestuur met een raad van toezicht en de toepassing van het jaarrekeningenrecht zou aan deze randvoorwaarde invulling kunnen geven. Daarnaast geeft de nieuwe rechtspersoon vooral een grotere zelfstandigheid aan de ondernemingen ten opzichte van de overheid. Het belangrijkste gevolg daarvan zou het terugdringen van de gedetailleerde regels voor hun verantwoordingsplicht zijn. Echter wel met genoegzame waarborg van de betrokken publieke belangen.
Wij houden u op de hoogte van deze ontwikkeling in het rechtpersonenrecht.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.