Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Hoever gaat de verantwoordelijkheid die werkgevers dragen voor hun werknemers?
De bemanning van een Martinair vliegtuig verbleef, in afwachting van het door hen te bemannen vliegtuig terug, een aantal dagen in Havanna, Cuba. Gewerkt werd er in die periode niet. Tijdens dit verblijf werd een van de stewardessen, die snachts over een wandelpad van een restaurant naar haar hotel liep, aangereden door haar gezagvoerder met een golfkarretje. Als gevolg hiervan heeft zij haar kaakbeen en haar scheenbeen gebroken. De stewardess vorderde daarop schadevergoeding van de werkgever.
Zij stelde dat Martinair als werkgever van de gezagvoerder aansprakelijk was voor door een van haar werknemers toegebrachte schade. Daarnaast stelde zij dat Martinair niet had voldaan aan de zorgplicht die een werkgever heeft voor de veiligheid van de werkomgeving, danwel dat Martinair te kort was geschoten in haar verplichting zich als goed werkgever jegens haar op te stellen.
De rechtbank oordeelde dat van aansprakelijkheid van Martinair voor de onrechtmatige daad van de gezagvoerder geen sprake was nu de schade niets met de werkzaamheden van de gezagvoerder te maken had en Martinair ook geen zeggenschap had over de gedragingen van de gezagvoerder die nacht in Havanna.Het beroep op de zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid van de werkomgeving van de werknemer werd ook afgewezen. Van Martinair kon volgens de rechter moeilijk worden verwacht dat zij de stewardess zou hebben gewaarschuwd om niet ’s nachts over dit wandelpad in Cuba te lopen.
De rechtsvordering gebaseerd op het goed werkgeverschap was echter wél succesvol.De rechtbank stelde vast dat nu Martinair personeel nu eenmaal regelmatig in het buitenland moet verblijven, de risico’s die dat verblijf met zich meebrengt in het leven worden geroepen door de aard van de werkzaamheden die voor Martinair worden verricht.De Rechtbank achtte van belang dat Martinair de stewardess noch had gewaarschuwd voor de risico’s die tijdens het verblijf in het buitenland bestaan voor werknemers, noch had geadviseerd om een ongevallenverzekering af te sluiten die dekking verleende voor deze risico’s, en deze kennelijk ook zelf niet voor haar werknemers had afgesloten.Naar de mening van de Rechtbank is het juist de primaire verantwoordelijkheid van Martinair als werkgever om ervoor zorg te dragen dat zij de gevolgen van het zich verwezenlijken van de onderhavige risico’s voor haar rekening neemt, al dan niet door het afsluiten van een eigen verzekering. Het gaat hier immers om risico’s die verband houden met de voor de stewardess te verrichten werkzaamheden.
Tenslotte verwierp de rechtbank het verweer van Martinair dat de stewardess haar vordering kon verhalen op (de aansprakelijkheidsverzekeraar van) de gezagvoerder. Eisen van goed werkgever-schap en een redelijke risicoverdeling brengen volgens de rechtbank met zich dat in gevallen als de onderhavige niet de werknemer maar de werkgever de vordering op de veroorzaker moet verhalen.
Michel Visser is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.